Schoenmaker blijf bij je leest
Ton Sijm op bezoek bij psychiater Carla Rus: Whiplash is geen psychische stoornis.
Velen zullen wellicht nog een aflevering van het programma "Vinger aan de pols" herinneren. Daarin suggereerde een neurologe dat het posttraumatisch whiplashsyndroom een overwegend psychische stoornis zou zijn.
Ook psychiater Carla Rus keek naar de uitzending en maakte zich heel erg boos over die uitspraak van de neurologe. Het verontrustte haar dat die zich samen met een aantal artsen verenigd had in de "Paarse Brandnetel". Ze deelt de artsen van deze club, die whiplash niet als ziektebeeld erkent, in bij "de tussen de oren maffia" binnen de reguliere geneeskunde. Naar aanleiding van het programma schreef ze een artikel in het blad Psy. Daarop kreeg ze vanuit het veld van de geestelijke gezondheidszorg veel positieve reacties. Carla Rus is niet alleen psychiater, maar ook ervaringsdeskundige op het gebied van whiplash en posttraumatische dystrofie (een ziektebeeld dat zich kan ontwikkelen na een ongeluk, een operatie of een infectie). Ze heeft aan den lijve ondervonden hoe het is om op onbegrip te stuiten bij artsen. Carla kent de lichamelijke klachten en de stadia waarin je komt als geen ander. Gezien het feit dat ze 20 jaar in de psychiatrie heeft gewerkt (laatste werkkring was bij het RIAGG) weet ze heel goed waar ze over praat, wanneer ze kritiek uit op de "Paarse Brandnetel". Carla Rus kreeg zo'n 6 en 1/2 jaar terug een whiplash. Als gevolg daarvan kreeg ze functiestoornissen. Zoals niet meer tegen licht kunnen, duizelingen en nog meer lichamelijke klachten passend bij het posttraumatisch whiplashsyndroom. Het niet serieus genomen worden met deze klachten heeft ze aan de lijve ondervonden. Toen ze een paar jaar later meer klachten kreeg, op een MRI-scan dat er zich een tumor in het ruggenmerg van de nek bevond. Carla vertelt dat ze toen ineens heel serieus werd genomen. Veel van de klachten had ze echter al als gevolg van de whiplash. Toen de tumor was verwijderd ontwikkelde zich bij Carla een posttraumatische dystrofie. Aanvankelijk kwam Carla ook met dit ziektebeeld bij de "tussen de oren maffia" terecht. Zowel voor een patiënt met het posttraumatisch whiplashsyndroom als de patiënt met een posttraumatische dystrofie is het voorlopig bekeken, wanneer ze bij een arts terecht komen die diep in zijn hart liever psychiater had geworden. Dan wordt het station lichamelijk onderzoek gepasseerd.
Wat was de strekking van je artikel?
Dat het mijn inziens onterecht is wanneer artsen een oorzakelijk verband leggen tussen klachten behorend bij ziektebeelden als het posttraumatisch whiplashsyndroom en posttraumatische dystrofie en de psyche. Bovendien wordt bij een foutieve psychiatrische diagnose het licht weggehaald uit de ogen van de somatisch(lichamelijke) werkende artsen.
Hoe was het om zelf als patiënt te worden beoordeeld?
Ik heb het erg moeilijk gevonden dat ik in het begin niet serieus werd genoemd door mijn vakgenoten, waaronder de controlerend arts(zelf arts zijn biedt dus niet altijd bescherming). Ziek zijn en gehandicapt worden is al moeilijk genoeg, erkenning hiervoor is de eerste vereiste om je ziekte te verwerken en zo goed en zo kwaad als mogelijk weer verder te kunnen met je leven. Ik heb veel geleerd van mijn ziekte. Zo stelde ik vroeger als arts aan mensen met een chronische ziekte vaak de vraag: "heb je het al een beetje verwerkt"? Nu weet ik uit eigen ervaring dat er een wezenlijke vraag aan vooraf gaat, namelijk: "Heb je al een beetje los kunnen laten wie je was en wat je vroeger allemaal kon?
Heeft het posttraumatisch whiplashsyndroom invloed op de psyche van de mens?
Het is zonneklaar dat ziektes invloed hebben op de psyche van de mens. Dat kan ook niet anders. Het zou gek zijn, dat wanneer je leven ingrijpend veranderd het niets met je psyche zou doen. Wat mij echter vreselijk stoort is dat de termen psychisch of somatisatie(het vertalen van oorspronkelijk psychische klachten in lichamelijke) te vaak en te slordig in een oorzakelijk verband worden gebracht met ziektebeelden zoals het posttraumatisch whiplashsyndroom en de posttraumatische dystrofie. En dat, terwijl een aantal klachten heel duidelijk met bepaalde onderzoeken te objectiveren zijn.
Hoe reageren vakgenoten op het artikel?
Heel goed. Velen zijn het met mij eens, dat de psychiatrie geen afvalbak mag worden voor de neurologie.Ik heb genoeg vrienden die nog werkzaam zijn in de geestelijke hulpverlening. Zij hebben mij ook altijd enorm gesteund in mijn proces. Allemaal deelden ze de mening dat de oorzaak van mijn ziekte lichamelijk was. Van een evenwichtig en druk bezet mens ben ik iemand geworden die niet meer mobiel is, niet meer in staat te werken, op vakantie gaan etc. Uiteraard heeft dat mijn psyche ten nadele beïnvloed, maar dat zien mijn vrienden en ik als een gevolg en niet als oorzaak van de ziekte.
Wat bedoel je met de uitspraak dat de psychiatrie geen afvalbak mag worden?
Er is een internationale indeling van psychiatrische diagnosen volgens bepaalde kenmerken. Deze indeling wordt gebruikt door klinisch psychologen en psychiaters. Er zijn vele honderden diagnosen en bij zes hiervan worden psychische problemen vertaald in lichamelijke klachten. Wanneer je die zes ziektebeelden langs loopt, blijken er bij het posttraumatisch whiplash-syndroom en de posttraumatische dystrofie steeds een à twee kenmerken niet te kloppen. Volgens de regelen der kunst mag een whiplash - of dystrofie patiënt dus niet eens een dergelijke diagnose krijgen. Veel artsen draaien echter hun hand er niet voor om, om wel een psychiatrische diagnose te stellen. Daarmee doen ze de patiënt meer kwaad dan goed. Het is niet aan neurologen of huisartsen om er even uit de losse pols een psychiatrische beoordeling bij te doen. Hun redenering is: we kunnen geen lichamelijke oorzaak vinden, dus is het psychisch. Die redenering klopt niet, zo maak je de psychiatrie tot een vergaarbak van verlegenheids-diagnosen. Vandaar mijn advies:"schoenmaker blijf bij je leest".
In je artikel in het blad Psy valt de term "Blaming the victim". Wat wordt daarmee bedoeld?
De neuroloog in het programma van "Vinger aan de pols" suggereerde dat je klachten afnemen, wanneer je verantwoordelijkheid durft te nemen voor de negatieve facetten in je leven. Dat zou beteken dat, wanneer de klachten niet verdwijnen, het dus je eigen verantwoordelijkheid is? Op die manier helpt de neuroloog haar patiënt niet, maar geeft de patiënt nog eens een extra tik.
Is psychosociale hulpverlening nodig bij ziektes als het posttraumatisch whiplashsyndroom en posttraumatische dystrofie?
Net als vele anderen ben ik voor multidisciplinaire aanpak bij beide ziektebeelden. Psychosociale hulp kan daarbij soms zeker nodig zijn. Voor veel mensen volgt er een moeizaam proces van aanpassing en leren omgaan met de ziekte. Bovendien kunnen negatieve psychologische factoren bepaalde lichamelijk klachten onderhouden. Ik denk echter dat een patiënt meer aan die psychosociale hulpverlening heeft, als hij door de therapeut met respect en erkenning voor de lichamelijke oorsprong van de ziekte, tegemoet wordt getreden.
Heb je zelf geestelijke hulp gehad?
Jazeker, maar wel van een psycholoog die bij mijn behandeling uitgaat van de lichamelijke oorzaak van mijn ziekte. Zo af en toe komt deze hulpverlener nog langs. Ik ervaar dat als steun i.v.m. mijn blijvende beperkingen.
Carla Rus zal nog een enkel artikel in een vakblad schrijven over bovenstaand onderwerp. Dit om erkenning te krijgen dat beide ziektebeelden een lichamelijke oorzaak hebben en om te voorkomen dat patiënten ten onrechte met psychiatrische diagnosen te maken krijgen. Psychiatrie is tenslotte geen afvalbak, maar een mooi, moeilijk vak. Carla heeft 20 jaar ervaring als psychiater en is dus nu ook ervaringsdeskundige. In die zin kan ze voor patiënten veel betekenen in de strijd naar erkenning en herkenning. Zoals Carla aangeeft in het interview en in haar artikel:"laat de geschiedenis zich niet herhalen". Werden aanvankelijk patiënten met tuberculose voordat de tuberkelbacil werd gevonden , ook niet van een ondefinieerbaar psychisch lijden verdacht? En werden patiënten met MS voordat men aan kon tonen dat de myelineschede (beschermend omhulsel dat rond de zenuwuitlopers zit) rond de zenuwen langzaam verdwijnt, ook niet "beticht" van hysterie? Wat een onnodig lijden hebben deze mensen doorstaan. Laten we a.u.b. leren van de geschiedenis. Blijven luisteren naar onze patiënten en alleen een psychiatrische diagnose stellen als er een positieve indicatie voor is. Ze hoopt op veel reacties om steeds meer inhoud te kunnen geven aan volgende artikelen. Ton Sijm heeft Carla heel hartelijk bedankt voor haar medewerking en voor haar artikel.