17 juni 2019
VAN LIEMPT BEPAALT TEVEEL WAT ER IN ONS NATIONAAL GEHEUGEN KOMT
Vooraf:
Onderstaande blog heeft niet als doel karaktermoord op Ad van Liempt te plegen. En met wraakgevoelens jegens hem heeft het al helemaal niets te maken. Maar met mijn aardige brieven aan hem en met mijn artikelen de laatste tien jaar heb ik tot nu toe helemaal niets bereikt. Ik heb die brieven gewoon het zwarte gat ingestuurd. Omdat Van Liempt een van de bedenkers is van het historische programma Andere Tijden en op het gebied van de oorlog waarschijnlijk een van de voornaamste adviseurs is van de NPO-directie, werkt het hem niet kunnen bereiken over wezenlijke informatie over de oorlog als een potdichte deur. In plaats van positief, probeer ik nu maar eens negatief aandacht te vragen voor een aantal thema’s (lees voor negatief: kritisch).
Indeling blog:
I. De media
II.1 De serie De Oorlog
I.2 De Slag om de Schelde
I.3 Het programma Andere Tijden
I.4 Voorliefde voor foute mensen?
I.5 Oorlogskinderen
I.6 Achter de Dijken
I.7 Bevrijdingsjournaals
I.8 Herdenking bevrijding
II. De wetenschap
II.1 Kritische columns van Frits Barend en Ko Colijn
II.2 Proefschrift over Gemmeker
II.3 Kille leugenaar
II.4 Van Liempts hypothese
II.5 Bronnen
II.6 Persoonlijkheidsstructuur
II.7 Devaluatie doctorstitel?
II.8 Gunnen
III. Persoonlijk nawoord
I. De media
I.1 De serie De Oorlog
Toen in de verder mooie serie De Oorlog in 2009 enigszins geringschattend over het verzet werd gesproken (‘dat was op zijn hoogst misschien goed voor het moreel geweest’), was mijn lieve vader Jaap Rus, die in het Zeeuwse verzet heeft gezeten, onaangenaam verrast. Hij had Ad van Liempt, de maker van deze serie, namelijk altijd heel hoog gehad. Mijn vader en zijn verzetsmakkers hebben onderduikers geholpen, waaronder Joodse mensen en illegale kranten gedrukt en verspreid. Verder spioneerden zij voor de geallieerden. Mijn vader heeft hierdoor twee van zijn beste vrienden verloren en heeft hier zijn hele leven onder geleden. (Zie mijn boek Breekbare helden). Ook stoorden wij ons beiden aan de opstelling van Van Liempt dat ‘alles in de oorlog eigenlijk gewoon doorgegaan zou zijn’ en dat het meer ‘toeval’ was of je in de oorlog aan de goede of ‘zogeheten’ foute kant terecht was gekomen. Maar mij vader heeft bewúst voor het verzet gekozen, al wist hij niet waaraan hij begon. Zoals een klasgenoot van hem bewúst voor de SS koos, al wist ook hij niet waaraan hij begon (hij stierf als SS soldaat aan het Oostfront).
I.2 De Slag om de Schelde
Ook werd in de serie De Oorlog geen enkele keer de term ‘De Slag om de Schelde’ genoemd: de grootste slag op ons grondgebied met 10.000 slachtoffers, waaronder 1599 burgerdoden. Een zeer belangrijke slag die noodzakelijk was nadat de aanvoerlijnen vanaf Normandië te lang waren geworden en de haven van Antwerpen gebruikt moest worden om vers materieel aan te voeren. Ook hier was mijn vader zeer teleurgesteld over. In 2005 had mijn vader over deze slag al een artikel geschreven in Kontakt door Aantreden, het blad van de Nationale Federatieve Raad voor het Voormalig Verzet Nederland (ligt bij het NIOD). Het Zeeuwse verzet heeft bij deze slag een betekenisvolle rol gespeeld. Zij voorzagen de geallieerden voorafgaande aan de slag van geheime, lokale informatie en tijdens de slag zelf loodsten zij hen door het drassige land en vochten ze mee. Ze waarschuwden de geallieerden – via hun unieke zendernetwerk – wanneer er op een bepaalde plek geen Duitse manschappen meer zaten. Hierdoor stopten de geallieerden met onnodige bombardementen en werden er veel mensenlevens gespaard. Toch niet gering… Zelfs Hitler heeft zich persoonlijk met het Zeeuwse verzet bemoeid omdat hij vreselijk last van ze had (door hem terroristen genoemd). Dit blijkt uit het Kriegstagebuch van 6 november 1944, waarin hij om 03.30 getergd beveelt al het weerbare volk in het Westgebiet te evacueren (zie een kopie van die pagina van het Kriegstagebuch op pp. 218 van Breekbare helden).
Ik schreef in 2009 na de serie De Oorlog de heer Van Liempt (en ook aan de directie van de (toen) NPS en aan de presentator Rob Trip) een aardige brief (met complimenten voor de serie) van drie kantjes, om hen te informeren over deze belangrijke slag en de rol van het verzet hierbij. Maar niemand heeft hier ooit op gereageerd.
I.3 Het programma Andere Tijden
Dat ik niet gehoord werd, zette mij aan tot het schrijven van twee essays in Trouw in Letter & Geest. Op 24 april 2010 publiceerde ik: Mijn vader heeft gekozen. Ik stuurde opnieuw een aardige brief aan Van Liempt en de NPS-directie dat dit artikel in Trouw was verschenen. Wederom kreeg ik geen enkele reactie. Ook in de programmering van de achtergrondprogramma’s over de oorlog zag ik niet terug dat Van Liempt (en de directie) mijn brief hadden gelezen of kennis hadden genomen van mijn essay in een landelijke krant. Op 4 april 2015 schreef ik in Trouw: Zeelands vergeten oorlog. Ik had nog steeds de naïeve opstelling dat als ik de informatie over deze belangrijke slag opnieuw, en nu nog uitgebreider dan de vorige keer, in een landelijke krant zou publiceren, dit misschien nu wél bij Van Liempt en de NPO-directie zou doordringen. Want de PZC en Omroep Zeeland waren al jaren bezig met het vragen van aandacht voor deze belangrijke slag, zonder dat deze slag ook maar enige aandacht op de nationale televisie had gekregen. Alleen de EO reageerde op mijn essay en nam op 4 mei 2015 een radio-interview hierover af bij de Zeeuwse historicus Hans Sakkers en bij mij. Maar op de journaals en in de achtergrondprogramma’s, zoals Andere Tijden, bleef er ook in de jaren daarna nog steeds in een slordig tussenzinnetje gezegd worden: “het zuiden was al bevrijd”, alsof dit zonder slag of stoot was verlopen.
I.4 Voorliefde voor foute mensen?
Naast die veronachtzaming van Ad van Liempt voor de Slag om de Schelde en wat die slag voor Zeeland en voor heel Noordwest-Europa had betekend, ging het mij steeds meer opvallen dat Van Liempt bij zijn publicaties een voorkeur lijkt te hebben voor mensen die fout waren in de oorlog. Er is op zich natuurlijk helemaal niets mis mee als je grondig de foute kant onderzoekt en belicht. Maar als je tegelijkertijd wat geringschattend over het verzet spreekt, leidt dit in mijn ogen wel tot scheefgroei. Dit zou niet zo’n heel groot probleem zijn geweest wanneer Van Liempt alleen verantwoordelijk zou zijn voor zijn eigen publicaties en boeken en niet zo’n invloedrijk mens was. Immers, bij zo’n machtige mediaman kan deze houding ook leiden tot selectieve aandacht voor de oorlog bij de héle publieke omroep. En dat raakt rechtstreeks ons nationaal geheugen.
Geert Mak schreef op 10 april 2019 in het Parool lovend over Van Liempt dat hij een onuitwisbare stempel op de Nederlandse geschiedschrijving heeft gedrukt, met name in het samenspel tussen journalistiek en geschiedenis. En dat is ook zo. Maar beseft Mak ook dat Van Liempt door zijn macht in Hilversum wel heel veel zelf lijkt te bepalen op welk deel van de geschiedenis dat stempel wordt gezet en welke profiel dat stempel heeft?
I.5 Oorlogskinderen
Van Liempts voorkeur voor foute mensen in de oorlog leidde er onder andere toe dat hij in 2017 het foute boek Oorlogskinderen van Isabel van Boetzelaer zeer warm promootte toen Van Liempt het boek als eerste in ontvangst nam. Ik zag een filmpje hierover op internet, dat er ondertussen is afgehaald. Wanneer publicist Maarten van Voorst tot Voorst niet zo goed op had gelet en de bronnen van de auteur had gecheckt, had Van Liempt er gewoon mee weg kunnen komen. Van Boetzelaer bleek de archiefstukken en andere bronnen zeer selectief te hebben gebruikt waardoor zij de rol van haar vader als jodenjager kon vergoelijken. De rol van haar grootvader als commandant van een krijgsgevangenkamp liet ze in zijn geheel onvermeld. Ze fantaseerde zelfs een heel verzetsverleden bij elkaar; dingen die nooit waren gebeurd. (Zie o.a.: Zo had dit boek niet mogen verschijnen in de NRC van 25 augustus 2017). En juist van dit boek heeft Van Liempt bij het uitkomen ervan gezegd dat “dit hoge niveau komt zelden voor”.… Nog bevreemdender is het, dat Van Liempt door zijn eigen boek Jodenjacht uit 2011 had kúnnen weten dat het verhaal van Boetzelaer niet kon kloppen. Want ten behoeve van het schrijven van zijn boek Jodenjacht was het omvangrijke oorlogsdossier van Willem Boetzelaer uitgebreid onderzocht. Het geheugenverlies van Van Liempt hierover verraadt dat hij dit onderzoek waarschijnlijk niet zelf heeft verricht, maar door iemand anders heeft laten doen. Uiteraard sla je zaken dan minder goed in je geheugen op. Ik gebruik niet voor niets de term geheugenverlies, omdat we deze term ook weer tegenkomen in Van Liempts biografie over Gemmeker.
I.6 Achter de Dijken
Misschien ben ik door de selectieve aandacht en ‘het weglaten van data’ door Van Liempt – en zijn grote invloed op de publieke omroep op het gebied van de oorlog –ondertussen wat paranoïde geworden. Dit naar aanleiding van het volgende voorval. Eerst zou de KRO/NCRV met haar programma Achter de Dijken al voor de zomer 2019 met haar serie over ‘Vrijheid’ starten. In de eerste aflevering zat een groot interview met mijn vader als verzetsman, afgenomen door Leo Blokhuis. Mijn vader heeft daarin onder andere verteld dat hij de Atlantikwall bij Westkapelle (op Walcheren) heeft bespioneerd. Een van de plekken waar later een invasie van de geallieerden plaatsvond waardoor, net als in Normandië, de Atlantikwall werd doorbroken. Maar een van de redacteuren liet mij weten dat deze aflevering niet alleen veel korter moest worden van de NPO-directie (tot twee keer toe ingekort), maar dat deze serie ook nog eens helemaal is verplaatst tot ver na september ten faveure van Andere Tijden op 31 augustus 2019. Mochten álle programma’s op de NPO ingekort moeten worden, kan ik me één keer inkorten nog wel voorstellen. Maar waarom nadat dit was gebeurd, ook nog eens een tweede keer er achteraan? En waarom krijgt Andere Tijden dat zijn programma voor 31 augustus nog helemaal niet klaar heeft, ineens voorrang op het programma Achter de Dijken, dat al wel alles in de startblokken had staan? ‘Omroeps wegen’ zijn voor mij ondoorgrondelijk. Bovendien is het in mijn optiek een vorm van kapitaalvernietiging om een reeds ‘af’ programma tot twee keer toe te moeten inkorten. En ook zeer jammer dat er tot twee keer in het interview met mijn vader gesneden moest worden (en ik neem aan ook in andere gedeelten van deze aflevering).
I.7 Bevrijdingsjournaals
Ondertussen zijn de bevrijdingsjournaals begonnen. Een originele manier om de geschiedenis te vertellen: als een CNN-Breaking News program. Ik zou Van Liempt, die hier de bedenker van zou zijn, hier graag mijn complimenten voor willen geven. Ware het niet dat het TV-regisseur Bob Rooyens is die deze geniale vorm heeft bedacht en al veel eerder heeft toegepast bij WDR en Arte. Hij kreeg hiervoor de pretentieuze Grimme-Preis. Blijft over om mijn complimenten over te brengen aan Ad van Liempt en de NPO om deze vorm ook toe te passen op onze eigen bevrijdingsjournaals.
De eerste reeks (begin juni 2019) ging over de invasie in Normandië op 6 juni 1944. De volgende reeks zal in september volgen. Op het programma staat dan operatie Market Garden. Een mooie slag om te verslaan met die heroïsche luchtlandingsoperatie en de tere parachutes die als vlinders naar beneden komen dwarrelen. We zagen deze slag al vaker op de Nederlandse televisie voorbijkomen. Maar die slag is helaas wel mislukt. Terwijl vanaf 4 september 1944 ook 85 dagen lang de Slag om de Schelde gaande was. Deze slag is wel gelukt. Een slag in de modder en het bloed van duizenden, waarbij een heel eiland onder water werd gezet, waarbij vele stadjes en dorpjes volledig werden platgebombardeerd, waarbij soldaten tot hun middel in het water liepen, terwijl er een koude, aanhoudende herfstregen viel. En….waarbij het verzet een betekenisvolle rol speelde. Maar deze slag ontbreekt wéér op het programma van de bevrijdingsjournaals in september 2019…
Gelukkig kon ik via historicus Christ Klep (die de ‘duider van dienst’ is van de bevrijdingsjournaals en die een voorwoord voor mijn boek Breekbare helden schreef) aan de naam van een van de redacteuren van de bevrijdingsjournaals komen. Die heb ik nu mijn boekje Zeeland bevrijd! De Slag om de Schelde |oktober- november 1944 gestuurd, met een brief erbij waarin ik een warm pleidooi houd om in september toch vooral ook aandacht te schenken aan de Slag om de Schelde. Deze slag was immers zeer noodzakelijk voor het heroveren van heel Noordwest-Europa en vond notabene op ons eigen grondgebied plaats?! Als deze slag niet was gelukt, had de oorlog zomaar een half jaar langer hebben kunnen duren. Gezien mijn negatieve ervaringen met het schrijven van brieven aan Ad van Liempt en de publieke omroep om hen aangaande de oorlog op iets wezenlijks te attenderen, ben ik er echter niet gerust op… Mijn nijpende vraag hierbij is: zou van Ad van Liempt zo’n flinke vinger in de pap van de programmering van de bevrijdingsjournaals hebben, dat hij de geschiedenis zélf een beetje naar zijn hand kan zetten…?
I.8 Herdenking bevrijding
Op 31 augustus 2019 wordt herdacht / gevierd dat het 75 jaar geleden is dat de ‘Slag om de Schelde’ plaatsvond. Voor het eerst in 75 jaar komt hier iets van op de nationale televisie. Het is de aftrap van een hele televisiereeks over de bevrijding tot 5 mei 2020. En de Koning komt naar Zeeland (en misschien komt zelfs Trump, hoewel ik dat niet erg waarschijnlijk acht…). Hier kan de NPO natuurlijk niet omheen…
’s Avonds komt er nu dus ook een extra uitzending van Andere Tijden ten faveure van Achter de Dijken. Op zich lovenswaardig wanneer Andere Tijden na 75 jaar de Slag om de Schelde eindelijk eens aan de orde zou laten komen (als ze dat tenminste echt gaan doen … want ik vrees dat de uitzending weer vooral over operatie Market Garden zal gaan…). Maar stel dat die uitzending (ook) over de Slag om de Schelde gaat, dan vermoed ik dat, wanneer Van Liempt nog steeds veel invloed mocht hebben op Andere Tijden, de hulp van het verzet bij deze slag in deze uitzending ver te zoeken zal zijn. Want dan zou Van Liempt moeten toegeven dat het verzet ook op dit punt wel degelijk iets positiefs heeft gedaan.
II. De wetenschap
Ik heb weinig verstand van de media: de wereld waar Ad van Liempt zo’n grote invloed heeft. Dat de media selectief met informatie omgaan en dat wij als afnemers in onze eigen bubbel zitten (ook online), is mij natuurlijk bekend.
Van het wetenschappelijke bedrijf weet ik iets meer af. Althans op het gebied van de Bètawetenschappen en de geneeskunde, waaronder de neurologie en psychiatrie. Op het gebied van de historie weet ik relatief weinig van het wetenschappelijke bedrijf. Daarom moeten mijn kritische kanttekeningen hieronder bij het proefschrift dat Van Liempt dat hij op 9 mei 2019 verdedigde, met enige reserve worden gelezen. Want ook al heb ik twee historische boeken en diverse historische artikelen geschreven, dat maakt mij nog niet tot een historicus.
Eerst enige informatie van twee andere criticasters voorafgaande aan de promotie:
II.1 Kritische columns van Frits Barend en Ko Colijn
Op 30 maart 2019 schreef Frits Barend in oud-verzetskrant Het Parool een aanklacht in acht bedrijven tegen Ad van Liempt, met als voornaamste aanklacht dat Van Liempt met andermans veren pronkt (en tussen de regels door ook dat Van Liempt liegt, want heeft hij het boek van Van Boetzelaer nu gelezen, meegelezen of alleen gescand? Ook het woord liegen gebruik ik niet voor niets, want ook deze term speelt een cruciale rol in Van Liempts proefschrift over Gemmeker). Verder schrok ik ervan toen ik las dat een van de promotoren, prof. Doeko Bosscher, voorzitter is van de Raad van Toezicht van kamp Westerbork, waar Van Liempt lid van de Raad van Advies is. De hoge heren zullen de termen belangenverstrengeling en vriendjespolitiek toch wel kennen?
Verder werd ik op 26 april en 3 mei 2019 getroffen door twee kritische columns in VN door prof. Ko Colijn – die ik qua deskundigheid heel hoog heb – over de promovendus Ad van Liempt. Hij vindt dat Van Liempt, door het boek van Boetzelaer – waarin zo selectief met bronnen wordt omgegaan – zo te promoten, zich eigenlijk gediskwalificeerd heeft voor de doctorstitel. In zijn column in 2009 viel Colijn ook al over een eerdere uitspraak van Ad van Liempt in de NRC, vlak voor de uitzending van De Oorlog, dat het bombardement op Rotterdam geen terreurbombardement was geweest. Rotterdam werd immers actief door de Nederlanders verdedigd, zodat de Duitsers het ‘recht’ hadden om aan te vallen? Zo zou het oorlogsrecht in elkaar zitten. Dit is een redenering die ook ik absoluut niet kan volgen. Hij is door Colijn niet alleen juridisch onderuit gehaald, maar getuigt ook van gebrek aan respect voor de burgers die het slachtoffer werden van dit grote bombardement. Ook de oma en ouders van Colijn hebben zwaar onder dit bombardement geleden en desgevraagd had de oude moeder van Ko Colijn geen goed woord over voor de opstelling dat dit bombardement volgens het oorlogsrecht was verlopen. En dat, terwijl Van Liempt er altijd zo prat op gaat dat hij – in tegenstelling tot Lou de Jong – zoveel oog zou hebben voor gewone mensen in de oorlog…
II. 2 Proefschrift over Gemmeker
In april 2019 verscheen de biografie van Ad van Liempt over kampcommandant van kamp Westerbork: Albert Konrad Gemmeker. En eerlijk is eerlijk: Van Liempt kan goed en toegankelijk schrijven, dus het is een zeer lezenswaardig boek. Maar het is niet de eerste biografie die over Gemmeker verscheen, zoals wordt beweerd, dat had Lotte Bergen in 2013 al geschreven.
Op 9 mei 2019 promoveerde Ad van Liempt bij de RUG op deze biografie over Gemmeker. Bij de ‘documentatiegroep ’40 ’45’ – waarvan ik ook lid ben – is over Van Liempt al heel lang bekend, dat hij de research meestal door anderen laat verrichten. Dit blijkt ook uit Van Liempts geheugenverlies voor het materiaal voor zijn boek Jodenjacht, waarvan hij de research waarschijnlijk door anderen heeft laten verrichten. Maar bij het schrijven van een proefschrift en het daarmee het verkrijgen van de doctorstitel hoort in mijn optiek dat je je onderzoek geheel zelfstandig verricht. Want onderzoek doen is een vak apart. Het is vaak monnikenwerk en geen flitsende onderzoeksjournalistiek. Echter, Van Liempt meent dat het vak van journalist niet ver af ligt van het vak van onderzoeker, zo liet hij in een interview op de radio weten. Nu had Rembrandt ook hulpjes die hielpen bij het voltooien van zijn prachtige schilderijen waar wel zijn naam onder kwam te staan. Maar de eisen bij het schrijven van een proefschrift liggen natuurlijk wel heel anders…
II.3 Kille leugenaar
Op 2 mei 2019 stond er in de NRC een recensie van de biografie van Gemmeker door Van Liempt met als titel: Ad van Liempt ontmaskert de ‘kille leugenaar’ van Westerbork. En op 3 mei stond er in NRC een artikel met als titel: De leugenachtigheid van een gentleman. De hoofdboodschap van beide was dat Van Liempt was gelukt wat de Nederlandse en Duitse rechters niet was gelukt. Namelijk aantonen dat Gemmeker wel degelijk geweten heeft dat de Joden die hij vanuit Westerbork deporteerde het er in meerderheid niet levend af zouden brengen.
Nu denk ik dat Van Liempt gelijk heeft dat Gemmeker ervan afwist, maar heeft Van Liempt dit ook wetenscháppelijk aangetoond, vroeg ik me af.
II.4 Van Liempts hypothese
De hypothese die Van Liempt had bij zijn onderzoek naar Gemmeker komt er vrijelijk op neer, dat Gemmeker glashard kon liegen en dat hij dus ook in de rechtszaal – waar hij zich beriep op het ‘niet weten’ of zich ‘niet herinneren’ (‘geheugenverlies’) wat er met zijn kampgevangenen die op transport werden gezet, gebeurde – glashard gelogen heeft. Ik zeg niet voor niets ‘vrijelijk’, want Van Liempt poneert nergens een duidelijke probleemstelling.
Dat Gemmeker glashard kon liegen heeft Van Liempt door het combineren en deduceren van meerdere bronnen in mijn optiek zeer zeker aangetoond. Over zijn beschouwingen over de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker heb ik wel enige vraagtekens (zie onder kopje II.6).
II.5 Bronnen
——- 1.Van Liempt heeft inzage gekregen in de originele verhoren van de drie rechters (één Nederlandse en twee Duitse), die volgens de NRC eerder nog vertrouwelijk waren. Dat zou dus een unieke bron zijn. Maar de diverse Nederlandse verhoren afgenomen door J. Schoenmaker zijn al uitgebreid in meerdere publicaties besproken. Op zich terecht dat Van Liempt vele malen naar deze belangrijke verhoren en naar het vonnis van de rechter verwijst. Maar de toenmalige rechter kon naar aanleiding van deze verhoren in 1948 niet bewijzen dat Gemmeker af heeft geweten wat er met de kampgevangenen uit Westerbork gebeurde als zij op transport werden gezet. Waarom zou Van Liempt dat nu dus wel kunnen bewijzen?
——- 2.Van Liempt heeft een interview afgenomen bij de Duitse rechter Dr. Wolfgang Steffen. Dit levert inderdaad uniek materiaal op. Maar ook deze rechter was er alleen van overtuigd dat Gemmeker ervan af heeft geweten. Dit is dus nog steeds geen bewijs.
—— 3. Verder heeft Van Liempt veel gebruik gemaakt van drie dagboeken die al bekend waren en veel beschreven en besproken zijn.
—— 4. Hij heeft hij relatief weinig gebruik gemaakt van de archieven van kamp Westerbork.
—— 5. Wat verder opvalt is dat hij weinig verwijst naar eerdere wetenschappelijk publicaties over Gemmeker. Zoals dat van de historici Nanda van der Zee (2003); Lotte Bergen (2013); Eva Moraal (2013) en Frank van Riet (2016). Hun boeken (waarvan één proefschrift) staan wel bij de geraadpleegde literatuur, maar het aantal specifieke verwijzingen naar deze boeken is in zijn proefschrift niet alleen gering, maar er wordt meestal alleen vaag naar een bepaalde pagina verwezen, waardoor je nog steeds niet weet wat hij van die pagina heeft gebruikt. Het is denkbaar dat hij vaker van deze bronnen gebruik heeft gemaakt, zonder er naar te verwijzen. Wel vond ik relatief veel verwijzingen naar het programma Andere Tijden en naar Van Liempts eigen boeken. Dat zou in ‘mijn wereld’, namelijk die van de geneeskunde/ neurowetenschappen/ psychiatrie/ traumatologie, een doodzonde zijn. Als je een artikel naar een wetenschappelijk tijdschrift opstuurt met te weinig specifieke referenties naar literatuur van anderen, krijg je geheid de reviewers op je dak om je daarover te verantwoorden. Vaak worden artikelen om die reden zelfs geweigerd. Wanneer je (teveel) naar jezelf verwijst, wordt dat ook niet geaccepteerd. Je weet als onderzoeker namelijk dat je op de schouders van je voorgangers staat. In de fundamentele wis- en natuurkunde wordt zelfs gezegd dat je op de schouders van giganten staat. Maar Van Liempt is anno 2019, en ondertussen al 75 jaar na de oorlog, blijkbaar zelf die gigant… Dat verklaart misschien waarom hij regelmatig afstand heeft genomen van Lou de Jong. In mijn ogen is De Jong echter de gigant op wiens schouders je zou behoren te staan. Daarmee beweer ik niet dat alles wat De Jong constateerde en beweerde klopt, maar hij vormt wel voor veel zaken het vertrekpunt waarop je verder kunt borduren of wiens hypothesen je wetenschappelijk kunt proberen te weerleggen. Ik moet hierbij eerlijkheidshalve zeggen dat Van Liempt in zijn proefschrift twee keer naar het werk van Lou de Jong heeft verwezen. Niet vaak, maar toch.
—— 6. Van Liempt heeft interviews afgenomen bij de dochters van Gemmeker om de persoonlijkheidsstructuur van hun vader beter in kaart te brengen. Op zich is dit een goede manier om Gemmeker ‘beter te leren kennen’. Maar kinderen zijn beslist geen onafhankelijke onderzoekers en komen door hun eigen emoties vaak tot verkeerde conclusies wat betreft de achtergrond van de psychopathologie van hun ouder. Bovendien waren de heer en mevrouw Gemmeker al gescheiden toen de dochters nog jong waren. Ze bleven bij hun moeder en waren loyaal aan háár en niet aan hun vader. Dat maakt hun verklaringen over hun vader nog discutabeler.
—— 7. Voor zover ik na kan gaan heeft Van Liempt geen onafhankelijke psycholoog of psychiater in de arm genomen om Van Liempt te helpen de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker op een meer deskundige manier te laten beschrijven. Er staat tenminste geen enkele van mijn collegae in de lijst van mensen die hij bedankt in zijn nawoord. Bij de biografie van Hanns Albin Rauter, geschreven door Theo Gerritse, zou dit wel zijn gebeurd.
—— 8. De hoeveelheid archiefmateriaal waar Van Liempt naar verwijst is zeer ruim. Tezamen met de geraadpleegde literatuur levert dit een indrukwekkende lijst van noten en bronnen op. Wel vraag ik mij af of je in tweeëneenhalf jaar tijd al die archiefstukken en literatuur grondig kan uitzoeken en bestuderen en er ook nog eens een lijvig proefschrift over kan schrijven (382 pagina’s). Opnieuw krijg je hierdoor het idee dat hij dit onmogelijk allemaal in zijn eentje heeft kunnen verrichten.
II.6 Persoonlijkheidsstructuur
Omdat Gemmeker tijdens de verhoren zonder berouw bleef, doemt het beeld op van iemand met een persoonlijkheidsstructuur van een charmant overkomende man met een sociopathische persoonlijkheidsstructuur (in de volksmond: psychopaat) die voor eigen gewin en macht glashard en zonder emoties kon liegen en die genoot van zijn macht. Van Liempt noemt hem ergens “niet zo slim” en “intellectueel niet zo’n hoogvlieger” maar uit onderzoek blijkt juist dat bij mensen met een sociopathische persoonlijkheidsstructuur die (over het algemeen) in staat zijn de controle te houden over hun overte agressieve driften en charmant overkomen, er juist sprake is van een relatief hoog IQ. Opleidingsniveau en IQ moeten dus niet met elkaar worden verward.
Maar ik heb eigenlijk nog een groter probleem met Van Liempts omschrijving van de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker. Zeker omdat Van Liempt geen gebruik heeft kunnen maken van zelfgeschreven brieven en dagboeken van Gemmeker, omdat die alles had vernietigd. Want een beschrijving van een persoonlijkheidsstructuur is nooit met zekerheid vast te stellen wanneer je iemand niet zelf gesproken of onderzocht hebt. Een psychiater-psychotherapeut, die hier na het VWO zo’n 12 jaar voor heeft doorgeleerd, mag dat zelfs niet doen. Het blijft –zonder dat je iemand zelf hebt onderzocht – dus bij speculeren. Daar is ook niets mis mee als het om een gewone biografie gaat van een reeds overleden persoon. Maar met het wetenscháppelijk vaststellen hoe iemand qua persoonlijkheidsstructuur in elkaar heeft gezeten, heeft het niets van doen. Zo heb ik als ervaren psychiater ook wel enige ideeën over de persoonlijkheidsstructuur van Ad van Liempt. Maar het zou niet goed en zelfs gevaarlijk zijn mij daarover uit te laten als ik hem nog nooit in het echt heb gezien en een gesprek met hem heb gehad.
Doordat Van Liempt de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker niet vast kan stellen, valt in mijn optiek een deel van Van Liempts bouwwerk in elkaar. Want het zou ook zomaar kunnen dat het glashard liegen en de verklaring van Gemmeker in de rechtszaal ‘van niets afgeweten te hebben’ niet in een causaal verband staan, maar co-factoren zijn van een andere, onderliggende psychopathologie bij van Gemmeker.
Zo kan ik als psychiater-traumatoloog al drie andere verklaringen voor Gemmekers ‘geheugenverlies’ in de rechtszaal bedenken.
Nu geeft Van Liempt in zijn nawoord eerlijk toe dat het beeld van de persoonlijkheid van Gemmeker incompleet is. Daardoor is voor mij onduidelijk of Van Liempt zélf of dat de media (zoals de NRC) ervan gemaakt heeft dat Van Liempt bewezen zou hebben dat Gemmeker wel degelijk van het verdere lot van de getransporteerde Joden af heeft geweten. Mocht Van Lympt zélf van oordeel zijn dat hij heeft kunnen bewijzen dat Gemmeker er vanaf heeft geweten, dan had hij dit wel eens wat duidelijker in het proefschrift en de summary hebben mogen zetten. Maar dat kon hij natuurlijk niet, want er is alleen sprake van veel circumstantial evidence, maar de smoking gun ontbreekt. Van Liempt is in deze kwestie dus geen stap verder gekomen dan zijn voorgangers. Mocht Van Liempt van oordeel zijn dat hij het óók niet heeft kunnen bewijzen, dan had dit ook wel wat duidelijker in het proefschrift hebben mogen staan. Dan zou de NRC hier misschien niet verder op door hebben kunnen fantaseren.
II.7 Devaluatie doctorstitel?
In de wereld van de geneeskunde en neurowetenschappen moet je je hypothese altijd proberen te weerleggen. Ook moet je je onderzoeksresultaten kunnen herhalen. Ik kan me voorstellen dat dit bij geschiedkundige onderwerpen anders ligt, omdat je geen experiment kunt herhalen en je ook geen dubbelblind onderzoek kunt doen. Maar wat je volgens mij als historicus wel altijd moet doen (misschien een beetje pedant van mij om dat te zeggen…) is dat je ook andere verklaringsmodellen voor bepaald gedrag moet overwegen en onderzoeken, dan alleen jouw eigen verklaringsmodel/ hypothese. Als je alleen maar bewijzen zoekt die jouw eigen hypothese kunnen onderbouwen, dan kan er sprake worden van jumping to conclusions of van een tunnelvisie. En aangezien ik langzaamaan de ervaring met Van Liempt heb dat hij data negeert die hem niet uitkomen (zoals het onderwerp ‘De Slag om de Schelde’; de rol van het verzet; verhalen waaruit blijkt dat mensen niet altijd ‘bij toeval’ bij het verzet dan wel de SS kwamen; het verzuim om na te gaan hoe gewone mensen in de oorlog ‘die gewoon doorgingen met leven’ zich vanbinnen wérkelijk voelden etc.), ben ik er niet gerust op dat dit negeren van data niet ook bij dit onderzoek is gebeurd. Zie ook wat ik hierboven schreef over eerder verschenen historisch werk over Gemmeker waar Van Liempt weinig aan refereert.
Nogmaals: ik ken de mores in geschiedkundig onderzoeksland onvoldoende. Maar ik kan wel zeggen dat door Van Liempt te laten promoveren op een onderwerp waarin de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker een hoofdrol speelt, zonder dat Van Liempt voldoende zijn licht heeft opgestoken in de wetenschappelijke wereld van de psychologie en de psychiatrie, je het risico loopt dat een geschiedkundige doctorstitel kan devalueren. Verder acht ik het vrij mager dat je aan de hand van slechts drie nieuwe bronnen (incluis de interviews bij de Duitse rechter en de dochters van Gemmeker), die geen van alle tot andere conclusies leiden dan je voorgangers al getrokken hebben, je kunt promoveren. En dat vind ik niet eerlijk ten opzichte van al die (jonge) promovendi die vier jaar of meer op hun onderzoek en proefschrift zweten.
II.8 Gunnen
Er zijn velen die Van Liempt deze doctorstitel van harte gunnen. En ik eigenlijk ook wel met zijn staat van dienst. Maar voor mij was het eredoctoraat dat hij al gekregen had voldoende geweest. Ook ben ik blij dat er nu eens een wat uitgebreidere, goed geschreven biografie van de kampcommandant van kamp Westerbork is verschenen (ook al is het niet de eerste…). Want nogmaals: Van Liempt kan goed en toegankelijk schrijven.
Maar, beste Ad van Liempt: gun ook een ander eens iets! U bent niet de heilige waar anderen u voor aanzien en kunt nog steeds van anderen leren. Wij allemaal trouwens, ik ook. Dus misschien kunt u nu eindelijk de Zeeuwen eens gunnen dat hun Slag om de Schelde, die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog plaatsvond, wat uitgebreider op de Nationale televisie komt, waardoor hij op den duur mogelijk in ons Nationale geheugen terechtkomt. En… niet onbelangrijk … bij een documentaire over deze slag óók aandacht te geven aan de rol van het verzet hierbij. In Frankrijk en België eren zij hun franc-tireurs, die niet eens – zoals militairen – beschermd werden door het oorlogsrecht. In Nederland worden ze naar beneden gehaald. U heeft de macht hier iets aan te veranderen. Noblesse oblige: zet uw macht ook in voor anderen!
III. Persoonlijk nawoord
Omdat het interview met mijn vader in Achter de Dijken ernstig werd ingekort, geef ik hieronder de link van een film waarin mijn 95 jarige vader de 30 jarige Syriër Hussam ontmoet. Hussam bespioneerde de IS. Deze film van Barbara Boogaard ging op 10 december 2018, de Dag van de Rechten van de Mens, in première. Mijn vader, die helaas op 19 januari 2019 overleed, is nog bij de première geweest.
Link naar film Over verzet i.h.k.v. het project About freedom van Barbara Boogaard ging op 10 december 2018, de ‘Dag van de Rechten van de Mens’, in première. Mijn vader, die helaas op 19 januari 2019 overleed, is nog bij de première geweest. Opvallend is dat ook Hussam zegt dat je er bewust voor kiest om in verzet te komen of passief te blijven.
Link naar film Over verzet i.h.k.v. het project About freedom: