REDDER IN DIAGNOSTISCHE NOOD
Psychiatrie als vuilnisvat
Door Carla Rus, psychiater
In: Psy, maandblad voor de GGZ, Jaargang 6 nr. 10. 2002
Een medisch specialist zal pas een diagnose stellen als hij daar een anatomisch bewijs voor heeft. Als dat er niet is, de patiënt zogenaamde vage klachten heeft, wordt hij verwezen naar de psychiatrie. En die komt hoe dan ook met een diagnose. Desnoods met een verkeerde, dankbaar dat zij de arts behulpzaam mag zijn.
In het tv-programma 'Vinger aan de pols', interviewde Pia Dijkstra in de zomervakantie drie patiënten met een postwhiplash-syndroom en een neuroloog. Die neuroloog had zich samen met een aantal artsen verenigd in 'De paarse brandnetel' omdat ze zich machteloos voelden bij dit ziektebeeld, en het zagen als een overwegend psychische stoornis. Vriendelijk, doch stellig opperde de neuroloog haar onbewezen idee dat je fysiologisch gezien altijd van een postwhiplash-syndroom zult herstellen. Naar de verbijsterde, licht tegensputterende patiënten die een andere ervaring hadden, werd niet serieus geluisterd. Ze waren ervan overtuigd dat hun klachten volledig lichamelijk waren; het enige waar ze psychisch last van hadden, was het onbegrip uit hun omgeving.
Het maakte mij opnieuw kwaad. Was ook ik niet aanvankelijk in handen gevallen van de 'tussen de oren maffia' binnen de reguliere geneeskunde, toen ik na een tumoroperatie een posttraumatische dystrofie op had gelopen?
Natuurlijk is het zonneklaar dat de psyche een grote invloed heeft op welk ziektebeeld dan ook. Maar wat mij stoort is het feit dat de termen 'psychisch' of 'somatisatie' te vaak en te slordig in een oorzakelijk verband worden gebruikt bij ziektebeelden zoals het postwhiplash-syndroom en posttraumatische dystrofie. Hoewel deze ziektebeelden gemeen hebben dat de precieze oorzaak onbekend is, is de diagnose toch goed te stellen omdat het klachtenpatroon allesbehalve vaag is, en een aantal klachten uitstekend te objectiveren zijn. Verder vangen de klachten altijd na een lichamelijke gebeurtenis aan: een ongeluk, een operatie of een infectie. Maar als een patiënt de pech heeft een huisarts te hebben die diep in zijn hart eigenlijk liever psychiater had willen worden, is het bekeken. Wanneer de patiënt dan wordt doorgestuurd naar de psychosociale hulpverlening is het station 'lichamelijk onderzoek' gepasseerd. En dan komt het: is de psychosociale hulpverlener in staat het stempel 'psychisch' van de huisarts te weerstaan wanneer hij geen aanwijzingen kan vinden voor de ontwikkeling van een somatoforme stoornis?
Vernederend
Psychiatrie is wel eens het ondergeschoven kindje van de geneeskunde genoemd. Dat is een vernederende positie, en dat willen we niet. We willen juist meetellen, desnoods door de nog steeds op een voetstuk geplaatste somatische geneeskunde behulpzaam te zijn. Als de somatische geneeskunde aan een patiënt niets meer te bieden heeft omdat ze geen oorzaak kan vinden voor het lichamelijk lijden, dan weten wij er wel raad op: wij kunnen toch voor een diagnose zorgen? Want een diagnose zal en moet er komen, desnoods een verlegenheidsdiagnose, desnoods een verkeerde diagnose, desnoods een diagnose die een patiënt meer kwaad dan goed doet. Als de arts maar van z'n machteloosheid wordt afgeholpen.
‘Therapie is for better or for worse’, leerde ik 25 jaar geleden al in mijn opleiding tot psychiater en psychotherapeut, daar zouden we wel eens vaker aan mogen denken. De somatische geneeskunde peinst er niet over om een diagnose te stellen wanneer ze geen pathologisch anatomisch substraat kunnen vinden die zo'n diagnose waarborgt. De psychiatrie en de huisartsgeneeskunde draaien er echter hun hand niet voor om, om wél een psychiatrische diagnose te stellen, ook al zijn hier onvoldoende positieve termen voor aanwezig. De psychiatrie leent zich op die manier vaker dan goed is voor afvalbak van de geneeskunde. Daar komt nog bij, dat we met een foutieve psychiatrische diagnose ook nog eens het licht uit de ogen van de somatici wegnemen. Als wíj zeggen dat het psychisch is, hoeven zíj immers niet meer door te zoeken?
Natuurlijk sta ik een holistische geneeskunde voor, ook ik ben voor een multidisciplinaire aanpak bij bovenstaande ziektebeelden. Tenslotte moet je bij een chronische ziekte rouwen om wat je verloren hebt en leren omgaan met de ziekte zodat je leert maken wat ervan te maken valt. De neuroloog in het televisieprogramma suggereerde echter, dat je klachten afnemen wanneer je verantwoordelijkheid durft te nemen voor de negatieve facetten in je leven. Betekent dat, wanneer de klachten niet verdwijnen, het dus je eigen verantwoordelijkheid is? ‘Blaming the victim’ wordt dat ook wel genoemd.
Onnodig lijden
Twee van de drie patiënten in het tv-programma hadden inderdaad een multidisciplinaire aanpak gehad en vertelden dat ze nu beter met hun ziekte om konden gaan. Maar hun klachten waren niet weg. Het kwetste de patiënten duidelijk dat ze van de neuroloog geen erkenning kregen voor het voortduren van hun lichamelijke klachten.
Waarom is het toch zo moeilijk om als hulpverlener te zeggen: ik weet het niet, ik zie dat u klachten heeft, maar ik heb er nog geen verklaring voor. Misschien stellen niet alle patiënten dit op prijs, maar wanneer je goed blijft luisteren en de klachten van de patiënt erkent, kan dit naar mijn idee uiteindelijk minder kwaad dan wanneer de patiënt geen erkenning krijgt en zelfs de schuld op zich moet nemen.
De geschiedenis herhaalt zich. Werden aanvankelijk patiënten met tuberculose voordat de tuberkelbacil werd gevonden, ook niet van een ondefinieerbaar psychisch lijden verdacht? En werden patiënten met MS voordat men aan kon tonen dat de myelineschede rond de zenuwen langzamerhand verdwijnt, ook niet 'beticht' van hysterie? Wat een onnodig extra lijden hebben deze mensen moeten doorstaan. Laten we alsjeblieft leren van de geschiedenis en niet denken dat we nu wel alles weten. Laten we alsjeblieft blijven luisteren naar onze patiënten en alleen een psychiatrische diagnose stellen als er een positieve indicatie voor is, Psychiatrie is geen afvalbak, maar een mooi, moeilijk vak.
Geachte mevrouw, dr. Rus,
In uw artikelen in de loop der jaren inzake o.a. Helicobacter Pylori zo ook (lange termijngevolgen van) ‘whiplash’ heeft u zeer doeltreffend weergegeven. en omvat in een notedop mijn medische vg.. Dank u dat ik -ter onderbouwing van mijn herstelgedrag, zo ook de door mij ervaren iatrogene schade & onheuze bejegening vanuit de curatieve (revalidatie)sector/uitkeringsinstantie(s)- uw artikelen kan gebruiken.
Het ga u goed.
M. Gomersbach
Geachte heer Gomersbach,
Fijn dat mijn artikelen kunnen bijdragen aan uw strijd tegen onheuse bejegening.
Ook u wens ik een zo goed mogelijk herstel!!
Met een hartelijke groet
Carla Rus
Geachte mevrouw, dr. Rus,
Verricht u ook medische expertises binnen uw vakgebied?
Als gevolg van een ‘whiplash’ongeval ( 2001 / 2008) bestaat sindsien een (onzinnige/slepende/slopende) discussie over ‘mogelijke pre-existente klachten’ enerzijds en de (psychische) gevolgschade (tot op heden!) anderzijds.. Vg: H.Pylori (1986-1992/volledige eradicatie: 1993) resp. EBV: 1987 (behandeling: Myers Cocktail).
Gaarne uw reactie.
Geachte heer/ mevrouw,
Ik ben met pensioen aan het gaan en kan u helaas niet helpen. Het spijt me. U kunt wel mijn artikelen gebruiken.
Met vriendelijke groet
Carla Rus