Achtergrond en Literatuur Intentie Experiment

Achtergrond en Literatuur intentie-experiment

Dit intentie-experiment is begin 2012 voor een zieke vriend uitgevoerd met ruim honderd mensen. De naam Henk is gefingeerd. Maar verder is zowel het document Achtergrond en literatuur als het document Protocol in deze vorm verspreid onder alle deelnemers. Het experiment is ook meerdere keren geëvalueerd, maar deze evaluaties zijn te persoonlijk waardoor ik deze niet publiekelijk deel.

1 Kwantumfysica
Ik ben mij ervan bewust dat, het deel van de uitleg hieronder dat over kwantumfysica gaat, voor wis- en natuurkundigen onder jullie te simpel is, en voor anderen juist misschien (enigszins) onbegrijpelijk.
Dat geeft niet. De laatsten kunnen mijn tekst met een korrel zout nemen en/of mij persoonlijk commentaar geven. De eersten kunnen van deze tekst nemen wat ze ervan willen. En wanneer je er onverhoopt geen bal van begrijpt: ook goed. Zelfs de vermaarde hoogleraar wis- en natuurkundige Roger Penrose (2007) roept in zijn boek 'The road to reality' regelmatig: 'This is realy crazy'. Dus je bevindt je in goed gezelschap. Je kunt (stukken van) deze tekst hierover dus naar believen overslaan.

2 Geschiedenis
Het is alweer ruim 80 jaar geleden dat onder meer Niels Bohr en Werner Heisenberg (2007) de grondslagen van de kwantumfysica, oftewel de kwantummechanica, hebben beschreven. Voor de duidelijkheid: de theorie van de kwantumfysica is niet een speculatieve theorie zoals de snaartheorie nog is (meest recente versie van de snaartheorie telt 11 dimensies), maar de kwantumfysica is door natuurkundige experimenten grotendeels bewezen. Er zijn nog wel wat problemen met het onder één paraplu krijgen van de relativiteitstheorie van Einstein, de kwantummechanica, en vooral de zwaartekracht. Maar daar wordt hard aan gewerkt door onderzoekers.

3 Beschrijving
Kortweg komt de theorie van de kwantumfysica er op neer, dat de fysische wereld bij nadere beschouwing (onze meetinstrumenten worden steeds verfijnder) niet uit losse, vaste en grijpbare onderdelen bestaat, die vooral op een mechanische, directe wijze met elkaar interacteren - zoals Newton dat beschrijft en zoals wij dit zelf met onze beperkte waarnemingsvermogen beleven. Ook de atomen, waarvan de kern uit neutronen en protonen, met daaromheen cirkelend de elektronen bestaan, blijken geen 'harde' bolletjes te zijn zoals wij dat ons vroeger voorstelden.
De natuur blijkt in haar diepste wezen uit minuscule (subatomaire) pakketjes energie (kwanta) te bestaan, welke pas vaste vorm aannemen (gematerialiseerd worden), wanneer deze pakketjes energie worden waargenomen of gemeten.
Als die pakketjes energie niet worden waargenomen, bestaan ze uit een oneindig aantal kwantumfysische golven, die ieder voor zich een andere mogelijkheid tot materiële verwerkelijking inhouden. De kwantumfysica is dus een statistische theorie. Waarbij (mede door omstandigheden) de ene kans tot een bepaald type materialisatie van de golffunctie, wel groter is dan een andere kans.
Misschien kunnen jullie je van de natuurkunde van de middelbare school nog herinneren dat licht zich ook in twee vormen voor kan doen. Als een golfbeweging (zoals geluidstrillingen) of een lichtdeeltje (foton). Beide beschrijven twee kanten van het hetzelfde fenomeen, maar ze treden (althans in onze waarneming) nooit tegelijkertijd op. Het hangt van het type waarneming af, wat je ziet ('Tweespletenexperiment', zie Wikipedia).
Verder acteren gematerialiseerde deeltjes of verzamelingen hiervan (zoals wijzelf ook zijn) niet alleen mechanisch en rechtstreeks met elkaar, maar ook via velden, waaronder elektromagnetische velden.

4 Hersenen
Wanneer je hierover doordenkt, lijkt het vreemd dat de wereld niet veel vloeibaarder (meer veranderbaar) is dan zij zich aan ons voordoet. Dat heeft te maken met het feit dat we met 6 miljard verschillende waarnemers te maken hebben, die elkaar ook nog eens 24 uur per dag voorhouden hoe de wereld in elkaar zit, zodat onze waarnemingen en de daaruit volgende conclusies zowel worden gericht, maar tegelijkertijd ook worden beperkt.
Een pasgeboren baby wordt van begin af aan geleerd door ouders en andere opvoeders (en dat is maar gelukkig ook) hoe die zijn waarnemingen het beste kan interpreteren om onze wereld zo goed mogelijk te begrijpen, met de bedoeling dat het kind zich daar later staande in kan houden.
Deze beperking van onze vijf  waarnemingen lijken onder andere gebaseerd te zijn op beperkingen van onze (op zich zéér complexe) hersenen met zijn tientallen miljarden neuronen (hersencellen), die ieder voor zich weer duizend (en) verbindingen hebben met andere hersencellen (Kandel e.a., 2000) (Swaab, 2011). Toch kent dit indrukwekkende orgaan ook zijn beperkingen. Zowel door de beperkte toevoer van prikkels via de zintuigen - die op zich ook zeer complex in elkaar zitten, zeker als je nagaat waar ze evolutionair vandaan komen -, maar die op hun beurt natuurlijk ook weer begrensd zijn. Vervolgens wordt de prikkelverwerking in de hersenen verder beperkt door de driedimensionale representatie van de wereld in de hersenschors.
Verder is er ons gezamenlijke leerproces - gestaafd door onze zichtbare veroudering - dat de tijd lineair is en van A naar B loopt. Dat beperkt ons voorstellingsvermogen sterk, zodat de kwantumfysica (maar ook de relativiteitstheorie van Einstein en zijn wiskundig bewezen ideeën dat de tijdruimte afbuigt) ons (bijna) tegen-intuïtief voorkomt.
Het is onduidelijk of die beperkte driedimensionale representaties in de hersenen kip of ei zijn. Met andere woorden: zouden we door de evolutie heen ooit nog tot waarnemingen van meer dan drie ruimtelijke dimensies in staat worden?
Hoewel onze hersenen als orgaan dus fysiek beperkt zijn als ontvangststation en om prikkels te verwerken, beperken wij ons met elkaar toch vaak meer dan nodig is, door elkaar voortdurend na te praten hoe de wereld in elkaar zit. Kunstenaars daargelaten.
Toch is de wereld ook voor gewone mensen maakbaarder dan wij denken, als we het maar met vereende krachten doen. De uitdrukking 'samen sterk' kennen we allemaal wel.
Maar ik moet hierbij wel de kanttekening maken, dat uit natuurkundig onderzoek blijkt, dat de eerste waarneming/attentie van een kwantumfysisch veld - welke tot dan toe oneindig veel kwantumfysische golffuncties/mogelijkheden tot materiële verwerkelijking in zich droeg - altijd het meest bepalend (en vast-leggend) is. De eerste waarneming laat de 'maagdelijke' kwantumfysische golffunctie als eerste 'instorten' (door het maken van een kwantumfysisch sprongetje), zodat de golf verandert in een vast deeltje (Penrose, 2007). Latere waarnemingen (dus ook die met de intentie iets te wijzigen), moeten dus met veel intensiteit 'opboksen' tegen de reeds gematerialiseerde golffunctie.
Dus zo gemakkelijk is het nog niet, om over te stappen van de fysische microwereld naar de fysische macrowereld. Daarom moeten we voorzichtig zijn met de uitdrukking 'Mind over matter'. We merken immers toch allemaal dat de gematerialiseerde werkelijkheid weerbarstiger is dan we soms zouden willen, zeker als je ziek bent, zoals ikzelf ook ben.
Maar...: ook eenmaal gematerialiseerd, blijft materie veel subatomaire deeltjes uitwisselen met andere materie en met krachtvelden (zie onder kopje biofotonen, 2.7).
Daar zit dus onze kans!

5 Hoe doen we dat: samen sterk zijn?
Wanneer we geïnspireerd worden in contact met een ander mens, lijkt het of 1 plus 1 meer dan 2 is. We zeggen dan dat we 'op dezelfde golflengte zitten'. Hoeveel wijsheid zit er in deze volksuitdrukking, want dat is ongeveer wat er fysisch gebeurt op dat moment.
De golven die wij uitzenden, interfereren met golven die andere mensen uitzenden. Wanneer golven positief met elkaar interfereren (in fase zijn), versterken ze elkaar (zijn ze coherent). En wanneer golven negatief met elkaar interfereren, kunnen ze elkaar uitdoven. Samen sterk zijn betekent dus: onze golven in coherentie brengen, zodat wij onze krachten bundelen.
Wij zijn niet alleen een organisme waarvan de hersenen potdicht worden begrensd door het schedeldak en het voor overige door een huid met dichtgemetselde poriën, nee, wij staan in voortdurend kwantumfysisch contact (via bovengenoemde velden) met onze omgeving en de ander.
Door mijn eigen ervaringen (en die van anderen) serieus te nemen, ben ik ervan overtuigd geraakt, dat niet alleen de spiegelneuronen en de emotionele centra in onze éigen hersenen verantwoordelijk zijn voor het oproepen van emoties en empathie bij elkaar. In mijn optiek is empathie en ons voorstellingsvermogen van de ander niet alleen gebaseerd op hechtingshormonen en informatie afkomstig van onze gewone zintuiglijke waarnemingen, maar is er daarnaast ook een subtielere band.

6 Empathie en telepathie
Uit eigen ervaring weet ik, dat bij grote emotionele betrokkenheid (soms ook als ik erg gefocust ben op mijn psychotherapeutische patiënt, waardoor ik als het ware zelf 'oplos') je in een soort 'hypnotische trance' (meditatieve toestand) kunt geraken. Hierdoor kun je op een snellere, subtielere manier met elkaar kunt communiceren, dan alleen op de gewone verbale en non-verbale manier. Daar hoef je niet paranormaal begaafd voor te zijn. De drie vormen van communicatie zijn in mijn beleving voortdurend met elkaar verweven, zodat de subtiele communicatievorm niet gemakkelijk te onderscheiden is van de andere twee - zeker als je geen tijd hebt om erbij stil te staan. Men kan zich in dat geval afvragen waar empathie eindigt en telepathie begint. Ik verklaar het verschijnsel van de subtiele communicatie als volgt: namelijk, dat ik op dat moment kwantumfysisch verstrengeld (term uit de fysica) ben met de ander; wat behoorlijk innig klinkt :-).
Voor de esoterici onder jullie, Catherine MacCoun  (2008), schreef een prachtig boek over subtiele zintuigen en subtiele intuïties: 'De weg van de alchemist'.
De lezers onder jullie die denken, nu begint het écht zweverig te worden, raad ik aan om eens de boeken van de bioloog Rupert Sheldrake (2007?) te lezen. Hij heeft onder meer scholen vissen en zwermen vogels bestudeerd. Wanneer binnen een dergelijke organisatorische eenheid een 'leidende' vis of vogel bijvoorbeeld lichtelijk naar rechts uitwijkt, volgt zijn maatje hem in een split second. Veel sneller dan verklaard kan worden met het gewone neurobiologische systeem waarin zintuiglijke informatie wordt doorgegeven en tot motorische activiteit aanzet. Daarom lijkt een school vissen of een zwerm vogels wel één organisch geheel. Sheldrake heeft als theorie dat deze snelle, telepathische vorm van informatieuitwisseling gebaseerd is op morphic fields (krachtvelden die organisme-specifiek zijn). Hoewel uit dierexperimenten (onder andere met salamanders) hier aanwijzingen voor zijn, is dit tot nu toe slechts een hypothese.

7 Biofotonen
Terugkomend op de bewezen kwantumfysica. Het is zo, dat wanneer jij en ik contact hebben met elkaar (gesprek, een hand/zoen geven, elkaar aankijken et cetera), er sprake is van een zeer druk verkeer tussen ons, middels uitwisseling van subatomaire deeltjes. Zoals daar zijn: elektronen, quarks (waar de neutronen en protonen van de kern van atomen uit zijn opgebouwd) biofotonen et cetera.
Biofotonen zijn lichtdeeltjes, die naast de gewone biochemische en biofysische mechanismen, zorgdragen voor communicatie tussen cellen onderling en de organisatiegraad van cellen. Zie hiervoor het werk van biofysicus Fritz-Albert Popp (2009). De lichtemissie van cellen is met veel herhaalde experimenten aangetoond. Volgens Popp (maar dat is alleen nog maar theorie), is het waarschijnlijk het DNA dat zorgdraagt voor de lichtemissies. En laat nu juist bij kanker het DNA ontspoord zijn, waardoor die ongebreidelde groei ontstaat.
Tijdens de intentie-experiment zullen we dan ook speciaal aandacht besteden aan de genezende werking van 'licht'.
Het is maar goed dat we ons er niet van bewust zijn dat er subatomair zo 'n druk verkeer is tussen ons, anders zouden wij hier misschien wel heel moe van worden :-). Wel merken wij op dat we door het ene gesprek energie krijgen (dan zitten we met onze gesprekspartner op zelfde golflengte), en dat het ander gesprek ons doodmoe maakt.
Tijdens dit subatomaire verkeer worden dus veel deeltjes uitgewisseld tussen de ene persoon en de andere persoon. Dus als wij Henk een keer een hand of een zoen hebben gegeven, dan zijn er ongetwijfeld elektronen en andere subatomaire deeltjes 'losgeweekt' van de atomen van Henk en de atomen van ons, en bij de ander terechtgekomen. Het bijzondere van de kwantumfysica is nu, dat is aangetoond dat subatomaire deeltjes (bijvoorbeeld elektronen) die ooit samen in één atoom zaten, maar (ver) van elkaar verwijderd zijn geraakt van elkaar, altíjd op elkaar blijven reageren, en ook nog eens zonder enig tijdsverschil (!). Ze blijven dus altijd een 'diepe' band houden. Wij, ieder voor zich, dragen subatomaire deeltjes in en bij ons die ons voor altijd met Henk verbinden. Ook op afstand. Dat is een deel van de verklaring waarom gedachtekracht via ons voorstellingsvermogen op afstand -  zeker als het gepaard gaat met een emotionele band (McTaggart, 2010) kan werken.

8 Nulpuntenergieveld
Maar ook voor Henk onbekende mensen kunnen hem positieve energie 'sturen'. Via een foto, of via een beschrijving van Henk. Dat gebeurt via bovenbeschreven krachtvelden die allemaal ingebed zijn in 'het Veld'. Zo noemt McTaggart (2007) het alom aanwezige nulpuntenergieveld dat alle andere energievelden (krachtvelden) in zich draagt.
In de fundamentele wis- en natuurkunde wordt dit veld beschreven middels Dirac-vergelijkingen (naar de theoretisch wiskundige Paul Dirac) (Penrose, 2007).
Ook de cardioloog Pim van Lommel (2007) noemde een dergelijk veld in zijn verklaringsmodel voor de Bijna Dood Ervaringen (BDE). Hij benoemde dit veld 'de non-lokale ruimte', vanwege zijn hypothese dat bewustzijn zich niet alleen beperkt tot onze hersenen (wat ik ook veronderstel) - maar zelfs zónder werkende hersenen kunnen blijven opereren, en zich daarbij non-lokaal 'beweegt'.
Dit concept over bewustzijn zonder werkende hersenen gaat mij voorlopig te ver, alleen al om het feit dat dit met de onderzoeksmethodologie die ons nu ter beschikking staat, absoluut niet te bewijzen valt. Net zo min als wij het bestaan van God kunnen bewijzen of weerleggen.
Toch blijft zijn hypothese puzzelen wanneer je het naast een meer reductionistische manier van kijken naar biologische systemen legt, waarbij er van uitgegaan wordt 'dat er niet meer is tussen hemel en aarde'. Want wat zou in het licht van deze manier van kijken het nut en de evolutionaire betekenis kunnen zijn van 'al dat moois en al dat licht' (BDE's) wat mensen waarnemen op de grens tussen leven en dood?
Ik kan me niet voorstellen dat de efficiënte en effectieve evolutie een 'troostmoment' heeft ingebouwd voor ons aan het einde van ons leven, zoiets als: 'Voor het licht definitief uitgaat, gaat het nog een keer heel goed aan lief mens, en je zult hiervan genieten, meer als je ooit in je leven hebt gedaan'.
De verklaring van Dick Swaab (2010) voor de overweldigende lichtervaring en het in vogelvlucht overzien van je leven, is (over)prikkeling van de visuele cortex (dat deel van de hersenen waarmee je ziet) en de temporaalkwabben (onder andere verantwoordelijk voor geheugen en emotionele betekenisgeving) van de hersenen. Deze overprikkeling zou ontstaan door de slechte conditie (zoals zuurstofgebrek) van de hersencellen, hetgeen ongetwijfeld zal kloppen met de feiten. Maar dat zegt nog niets over 'het nieuwe' van de ervaring voor mensen en de emotionele betekenis die zij er vervolgens (vaak blijvend) aangeven, welke sterk afwijkt van hun normale (vroegere) emotionele betekenisgeving. Ook psychiater Kübler-Ros (2006, 2007) heeft hier mooie dingen van gezegd.
Die sterke lichtervaring doet mij overigens ook sterk denken aan de theorie van Frits-Albert Popp (2009), dat zieke cellen licht 'lekken'. Hoe zieker, hoe meer biofotonen de cel verlaten.
Het veld draagt ons en vormt ons. Zonder het veld kunnen wij geen vaste vorm (met een zekere massa - zeg maar gewicht - aannemen), dus eigenlijk niet bestaan in deze aardse vorm. De Higgs-deeltjes die pas gevonden zijn in de deeltjesversneller (CERN te Zwitserland), spelen een belangrijke rol bij het krijgen van gewicht van subatomaire deeltjes en verzamelingen van deeltjes (dus ook wijzelf), daarom worden deze deeltjes ook wel 'Gods-deeltjes' genoemd.
Wij bestaan behalve uit deeltjes met een massa (zeg maar gewicht), ook uit deeltjes zonder massa (bijvoorbeeld fotonen oftewel lichtdeeltjes) en uit virtuele deeltjes. Die virtuele deeltjes duiken regelmatig met grote getale op uit 'Oceaan van Dirac' (Hawking, 2010) (Penrose, 2009) om een bestaand deeltje te worden, om daarna weer onder te duiken in die grote virtuele zee. (Ja, ja, die Natuur kan er wat van...  Dus als wij ons zo meteen Henk virtueel in ons geestesoog gaan voorstellen, en virtueel genezende kracht naar hem toe gaan zenden, hebben wij de natuur aan onze kant...

9 Sceptische artsen
Voor de sceptici onder ons (waaronder artsen) nog iets over het ‘skelet’ van onze ‘harde’ natuurwetenschappen: de fundamentele wiskunde. Die blijkt vol met magie te zitten (Penrose, 2009). De fundamentele wiskunde schuwt op geen enkele manier complexe (magische) getallen, magische getallenreeksen (power-series) en magische verzamelingen (waaruit blijkt dat er meer wegen naar Rome leiden). Verder stikt het ervan de singulariteiten (punten waar de normale regels en wetten niet geldig zijn).
Wanneer fundamentele wiskundigen tegen een magisch getal aanlopen, zoals bijv. √-2, vertalen ze dit symbool (met een bepaalde waarde) naar een ander symbool (bijv. ‘i’), en nemen vervolgens dit nieuwe symbool gewoon op in hun wiskundige vergelijkingen. In de uiteindelijke oplossing van de vergelijking zit de magie dus besloten! En, zegt de toonaangevende wis- en natuurkundige Roger Penrose: door het meenemen van de magie in de wiskunde, komen wij tot een dieper inzicht in de materie…
En wat doen wij, als biologisch geschoolde no-nonsense wetenschappers met onze voeten stevig op de grond : wij sluiten de magie volledig uit! We hebben niet voor niets zelfs een  Vereniging tegen de kwakzalverij!

Nu twee voorbeelden van de door ons toegepaste bèta wetenschap, om over na te denken:
Volgens de gerenommeerde theoretisch fysicus Robbert Dijkgraaf, nu nog president van de KNAW, die zich binnenkort in de VS verder zal verdiepen in de speculatieve snaartheorie, zegt dat mensen een onweerstaanbare drang hebben om in de kwantumfysica de oplossing van onverklaarbare fenomenen te zoeken. Maar dat alle eigenschappen van kwantumsystemen enorm snel verdwijnen als je meer dan een paar deeltjes bij elkaar stopt. Dat bovendien de kwantumfysische wetten vooral opgaan wanneer de temperatuur het (bijna) absolute nulpunt heeft bereikt (vandaar ook de term: nulpuntenergieveld).
Dat mag dan wel zo wezen, maar veel toepassingen in de techniek (ook de medische) maken al gebruik van de kwantumfysica. Dat gebeurt bij veel hogere temperaturen.
Zoals ook bij gebruik van de MRI-techniek (beeldvorming door magnetische resonantie via spin van H+-protonen) om grote klompen warmbloedige cellen (wij) door te meten.
En weten jullie dat Walter Schempp, hoogleraar wis- natuurkunde, die deze techniek verregaand heeft verfijnd - waardoor we bij een gewone MRI niet een uur, maar slechts 20 minuten in de scanner hoeven te liggen - ontdekt heeft, dat deze kwantumholografie niet alleen toegepast kan worden op biologische systemen?
Hij past zijn techniek nu ook toe om kwantumfluctuaties in het grote veld (dat hij het Akasha-veld noemt (Akasha betekent ether in het Sanskriet) te meten en te onderzoeken. Hij heeft daarbij aanwijzingen gevonden dat zich in dit veld alle mogelijke informatie over alle objecten (ook driedimensionaal) bevindt, en wel op een holografische wijze, in meer of minder 'verdunde' vorm.
Laat de Vereniging tegen de Kwakzalverij dit maar niet weten, want de huidige geneeskunde is ondenkbaar zonder MRI's!

Nu een wat simpeler voorbeeld:
Wanneer er een EEG van de hersenen wordt gemaakt, waarmee de elektromagnetische golven van de hersenen worden gemeten, plaatsen wij elektroden op het schedeldak. Maar dat zegt nog niet dat de elektromagnetische golven die onze hersenen uitzenden daar dan ook ophouden. Wij hebben er echter voor gekozen ons macroscopische meetinstrument op het schedeldak te plaatsen, en niet een metertje verderop. Dat is natuurlijk ook adequaat, want een metertje verderop hebben onze elektromagnetische golven zich vermengd (waardoor er interferentie van golven ontstaat) met andere elektromagnetische golven van andere herkomst (bijvoorbeeld die van de doktersassistente en de mobiele telefoon die haar collega in de onderzoeksruimte heeft laten liggen). Hierdoor weet je niet meer zuiver wat er ander hand is met de hersenen van die speciale patiënt.
Meer dan 90 procent van onze materie en energie is zwarte energie. Zwart staat voor onbekend. Dit zou ons toch tot bescheidenheid moeten nopen?

9 Meditatie en hersengolven
Vooraf wil ik stellen dat het EGG slechts de hersengolven van de oppervlakkige hersenschors meet. Je kunt hier veel van afleiden (ook indirect), maar de diepe werkelijkheid is nog veel complexer. Dat is ook de reden dat Dick Swaab het idee van Pim van Lommel, dat mensen tijdens een BDE hersendood zouden zijn, heeft bestreden.
Toch kunnen wij veel afleiden van een EEG, ook indirect. Dat is de reden dat wij in de geneeskunde nog steeds veelvuldig gebruikmaken van deze onderzoekstechniek
Wat doet meditatie met je EEG?
Meditatie geeft een veranderde bewustzijnstoestand. Net als bij hypnose. Daar bereik je die toestand middels suggesties van de therapeut en/of via zelfsuggesties. (Wade en Kershaw, 2011) (Yapko, 2011).
Als therapeut kun je zelf ook, door je intensief te focussen op je cliënt/ patiënt, in een vergelijkbare trance (ontvankelijke bewustzijnstoestand) komen, zo is mijn eigen ervaring als psychotherapeut.
Meditatie is een vorm van sterke concentratie van je aandacht. Je wordt er ontspannen van en tegelijkertijd helder van in je hoofd.
In ons dagelijks bewustzijn waarin we actief zijn, produceren wij veel snelle bèta golven (13-40 Herz, oftewel 13-40 cycli per seconde). Vroeger dacht men dat hersengolven langzamer werden door meditatie (meer trage alfagolven met een grote amplitude en een frequentie van 8-13 hertz en thètagolven (4-7 hertz) die je ook in een lichte droomtoestand hebt.
Uit recent onderzoek (van onder meer de neuropsycholoog Richard Davidson (University of Wisconson) blijkt echter het omgekeerde. Bij monniken met veel ervaring met meditatie, worden de hersengolven juist sneller: 25-75 hertz. Veel bètagolven en zelfs gammagolven. Tijdens een dergelijke toestand van verhoogde concentratie blijkt de hartslag zich juist weer te versnellen. Ook blijken de hersengolven zich te synchroniseren in alle vier de grote gebieden van de hersenen (meer coherentie, waardoor ze elkaar kunnen versterken). Tijdens de gammaband bereik je een toestand van superconcentratie. Ik denk dat sommigen onder jullie dat wel herkennen in bepaalde situaties.
Uit onderzoek dat in het boek van McTaggart (2007), het Intentie-experiment aan de orde komt, blijkt ook nog eens dat als een groep mensen een groepsintentie doet, de hersengolven van een ieder op elkaar afgestemd raken.
De verwachting is dat mensen met weinig ervaring met meditatie wat minder snel synchrone golven zullen produceren. Maar: oefening baart kunst! En behalve Henk, ga je op de duur ook je zelf helpen hiermee!

Carla Rus, psychiater

LITERATUUR:
Aleman, A. (2011). Hersenspinsels, waarom we dingen zien, horen en denken die er niet zijn.  Atlas, 2011.
Broughton, Richard S. (1995). Parapsychologie. Een wetenschap in beweging. Ankh-Hermes B.V.
Hawking, S. (2011). Het grote ontwerp.  Prometheus / Bert Bakker.
Heisenberg, W. & Davies, P. (2007).  Physics and Philosophy, The Revolution in Modern Science.  Harper Perennial Modern Classics.
Kandel, E., Schwartz, J., Jessell, T. (2000). Principles of Neural Science.  McGraw-Hill Medical, 4 edition.
Kershaw  van &  Wade, (2011). Brain change therapy. W.W. Norton en Company. New York. H. 1.
Kübler-Ross, E. (2006). De cirkel van het leven, herinneringen aan leven en sterven.  Ambo.
Kübler-Ross, E. (2006). Levenslessen, over het leven voor de dood.  Ambo.
Liekens, P. (2007). NLP Sjamanisme en kwantumfysica.  Ankh-Hermes B.V.
Lommel, P. van (2007). Eindeloos bewustzijn, een wetenschappelijke visie op de bijnadoodervaring.  Ten Have.
MacCoun, C. (2009). De weg van de alchemist, een handleiding voor de moderne magiër.  Altamira-Becht.
Roy, Martina, Van Walstijn, Patricia, (1999). Chi-Neng-Qi-Gong, meditatie in beweging voor de westerse mens.  Andromeda.
McTaggert, L. (2004). Het veld, de zoektocht naar de geheime kracht van het universum.  Ankh-Hermes B.V..
McTaggert, L. (2007). Het intentie-experiment, kunnen je gedachten de wereld veranderen?  Ankh-Hermes B.V..
McTaggert, L. (2011). De verbinding, word je bewust van het veld waarin je leeft.  Ankh-Hermes B.V..
Penrose, R. (2007). The Road to Reality. A complete guide to the laws of the universe.  Vintage (of GSM Books, 2007).
Popp, F.A. (2009). Cancer Growth and its Inhibition in Terms of Coherence. Electromagnetic Biology and Medicine, Vol. 28 (1) pp. 53-60, 2009.
Sheldrake, R. (2003). The Sense of Being Stared At : And Other Aspects of the Extended Mind.  Crown Archetype.
Swaab, D. (2012). Wij zijn ons brein, van baarmoeder tot alzheimer.  Atlas-Contact.
Yapko  Michael D. (2011), Mindfulness and Hypnosis. h. 1. W.W. Norton en Company. New York.
Vivekananda, S. (2001). Vedanta, stem van de innerlijke vrijheid.  Ankh-Hermes B.V..

Websites en televisieprogramma's
Labyrint, Nederland 2, 18 -1-2012 (Bij uitzending gemist).
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tweespletenexperiment
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kwantummechanica
www.intentieexperiment.com
http://tedxtalks.ted.com/video/TEDx-Brussels-2010-Lynne-McTagg
www.chineng.nl
http://www.zhigong.de/zhigong/nl/instituut/anne-hering
www.lexboin.nl
www.tegenkanker.nl/kanker/voeding/kurkuma.html
http://www.deskarabee.info/  (Alie Relker, kinesioloog)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Toegepaste_kinesiologie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *