Recensie roman 'Nog negen maanden'
Door Carla Rus
In: Vakblad voor de Sociaal Psychiatrische Verpleegkundige, februari 2015
Nog negen maanden is een autofictieve roman over de levenslustige, optimistische man Anton, die op verschillende manieren met de dood wordt geconfronteerd. De diagnose darmkanker brengt niet alleen zijn eigen dood dichterbij, maar roept ook indringende herinneringen op aan de suïcide van zijn dochter Brechje een aantal jaren geleden. Deze twee verhaallijnen dansen door het hele boek om elkaar heen. Hierbij wordt Anton in het zicht van de aftakeling van zijn gezondheid en de eindigheid van het leven, verliefd op zijn jonge collega Maaike die haar leven nog wél voor zich heeft en in hem een vaderfiguur ziet. Dat juist uitgerekend Maaike, net als zijn dochter Brechje, depressief en uiteindelijk suïcidaal wordt, stelt Anton voor veel hoofdbrekens in zijn toch al gecompliceerde leven.
In de eerste verhaallijn wordt op heldere en inzichtelijke wijze beschreven, dat het zeer de moeite waard is om je als patiënt niet onmiddellijk neer te leggen bij de gegeven slechte prognose en de voorgestelde behandeling. Dat je zelf actief op zoek kan gaan naar alternatieve behandelmethoden, zowel in de reguliere, als in de complementaire geneeskunde. Dat vergt wel veel communicatieve vaardigheden van de patiënt, want de medische wereld staat nog lang niet altijd open voor de assertieve, goed geïnformeerde patiënt. Enkele uitstapjes in de wereld van de complementaire geneeskunde, blijken Anton niet alleen gezondheidswinst op te leveren, maar maken Antons leven ook zinvoller en kleurrijker. Hij krijgt hierdoor veel stof tot nadenken over de intensieve verwevenheid tussen lichaam en geest; en tussen hemzelf en de mensen om hem heen -zowel op emotioneel als fysisch vlak. Een voor hem georganiseerd intentieexperiment waar zo'n driehonderd mensen (op afstand) aan meedoen, waarbij Anton bijzondere metafysische ervaringen opdoet en sommige deelnemers vergelijkbare ervaringen krijgen zonder dat zij dit van elkaar weten, geeft ook de lezer veel stof tot nadenken.
Ondertussen ontwikkelt ook de tweede verhaallijn zich, waarbij het meer en meer duidelijk wordt dat de zieke Anton de depressieve Maaike niet de aandacht kan geven die zij nodig heeft. Omdat de relatie tussen de huisarts en Maaike niet zodanig is dat zij aan hem durft te laten zien hoe depressief zij eigenlijk wel niet is, wordt ze niet doorverwezen naar een psychiater om in te schatten of zij antidepressiva nodig heeft en welke psychotherapie het meest geschikt voor haar is. Als Maaike eenmaal suïcidaal is geworden, is de huisarts hier dan ook niet van op de hoogte en wordt er door hem dan ook geen crisisdienst ingeschakeld. Was dat wel gebeurd, dan had een psychiater haar tijdelijk kunnen opnemen om haar tegen zichzelf te beschermen. Helaas is dit vaker het geval, want slechts vijftig procent van de ruim achttienhonderd mensen die zich per jaar suïcideren is bekend bij de psychiatrie.
Aan het eind van het boek, drie jaar nadat bij Anton een levensverwachting van slechts negen maanden is uitgesproken, leeft hij nog steeds en verkeert hij als vijfenzestig jarige in een redelijk goede gezondheid. Dit, terwijl aan het jonge leven van Maaike door een sprong van het dak wel een einde is gekomen. Dit geeft een wrang gevoel bij de lezer, het gevoel dat we krijgen als we iets in het leven als heel onrechtvaardig beleven.
Hoewel het boek twee loodzware onderwerpen bespreekt, voelt het nauwelijks als zodanig aan. Natuurlijk maakt het nauwgezet beschrijven van alle bijwerkingen van de chemokuren veel indruk op de lezer en maakt het de lezer ook duidelijk waarom sommige patiënten niet langer voor chemokuren kiezen. Tegelijkertijd lijkt Anton, de alterego van de auteur zelf, alles wat hem overkomt zo enerverend en spannend te vinden, dat zijn levenslust en grote nieuwsgierigheid wat het leven allemaal nog aan mysterieuze ervaringen voor hem in petto heeft, de lezer ook aan te steken. Het literaire niveau van het boek is soms wat wisselend. Zo beschrijft de auteur de overgang van realiteit naar droom op een prachtige manier en zijn de sfeertekeningen lucide en mooi. De dialogen hebben echter af en toe iets houterigs, zowel die tussen arts en patiënt, als met name de dialogen waar collega Tino, die op Antons baan aast, bij betrokken is. Misschien had de auteur toch net iets teveel haast met schrijven, nadat de arts hem nog negen maanden te leven had gegeven? Al met al blijft het een zeer lezenswaardig boek, waar zowel kankerpatiënten als mensen die met een depressie van zichzelf of van hun naasten of met een suïcide worden of werden geconfronteerd, veel aan kunnen hebben. En let wel: depressie is net als kanker een volksziekte, dus het gaat om veel lezers! Voor de overige lezers is het lezen van dit boek een goede manier om meer over deze twee onderwerpen te weten te komen. Bovendien is het over het geheel ook een spannend boek dat met veel vaart is geschreven.
Auteur Kees Santbergen. Uitgeverij Elikser. Verschijningsdatum 1 november 2014. 275 pagina’s. €19.95