WOORDEN
Door het regenwoud geregen klaagt
de uil in een kruin lange klamme nachten
ijl van toon de dood aan
Onder een dak in de stad van vrede en recht klaagt
de uil in torenhoge stapels stukken
mensen die het klamme hout kappen aan
Kappende mensen klappen en klappen
of een uil wel wijs is en
klappen voor zichzelf als wijzer
Als hun toren van Babel omver wordt geblazen
rollen mensenwoorden kakelend de trappen af:
struikelen over elkaar
als in een drukke winkelstraat
De uil vliegt moegeroepen in de vleugels
van de nachtelijk aangeklaagde dood:
de gum, deleteknop en
versnipperaar:
Schrap, schrapte, geschrapt
wit, witter, gewit
stil, stiller, gestild
leeg, leger
(strijdbijl begraven)
Rust