Briefje voor de weduwe
Je vleugels zijn nog nat van hagel.
hun putjes schroeven jou in de nachten
tussen veren vol overleden lust
vast aan het ijzeren geraamte. verveloze
nagels schrapen in het koude laken,
arthrotische gewrichten krommen zich
vergeefs dicht
Wordt het dag, dan knijpen je ogen
tegen kleuren die een hels kabaal slaan
op bekkens vol gegrift geheugen
Jij engel zorgde voor zijn krimpen en kruipen,
droeg de lichtlantaarn in zijn duistere ruimte,
viel diep met hem mee in Wonderland
maar dan zonder wonderen
Ontkleed van alle hemden heeft hij vanaf zijn
zwoegende stoomboot naar je gezwaaid.
hij verzocht de grote overtocht, zei hij,
zag de lichte ruimte al van ver.
de deeltjes die uit zijn ogen straalden
prikten in de jouwe
Jullie kind en jij lagen aan zijn
magere weerskanten als een koor:
ga maar,
vierden zijn navelstreng
Nu lig je alleen in jullie spijkerbed
Maar een engel is nooit zonder moederziel,
al is haar schare in het duister
slecht zichtbaar,
slechts voelbaar
Dus vlieg op jouw tijd met je vleugels zo moe
naar ons toe.
wij kennen zijn beelden, woorden, stiltes al eeuwen,
wachten opengespreid op je krassen
Carla, 25 mei 2015