Naam maken
Gesleurd en geslepen in gletsjers,
wind en water: stenen zijn het oudst.
Wie zijn wij in hun naam?
Voordat wij beelden vormden
botsten schollen op breuklijnen,
schiepen zij diep in de hitte het witte goud.
Niet voor ons.
Niet per se.
Toch wacht in het brok marmer
uit de bergen van Carrara – nog voor
beitel, vijl en schuurpapier,
een breekbaar beeld.
De mens hakt als een god met
betoomde kracht dat hij de natuur
niet verkracht, zijn baring niet breekt
maar spreekt: hem verstaat. Hij vijlt
en polijst van grof naar verfijnd, van
groeven naar poeder dat kleeft in zijn
haren tot hij het schuren met water
verzacht, van haar luide huid
grijze parels glijden en zij
gaat glanzen als glas.
Vingers betasten de krassen
van zijn naam: zijn kleine verhaal
in haar grote geschiedenis.