Recensie Medisch Handboek Kindermishandeling

Recensie Medisch Handboek Kindermishandeling

In: Maandblad voor de Geestelijke Gezondheidszorg (MGV), maart 2014

Recensie Medisch handboek kindermishandeling april 2014

Onlangs verscheen het eerste Nederlandse medische handboek over kindermishandeling. Een huzarenstukje waar 51 artsen aan hebben meegeschreven. Het boek is primair bestemd voor artsen, maar is ook zeer informatief voor hulpverleners in de ggz (ook voor volwassenen) en de jeugdzorg. Sommige afbeeldingen in het boek kunnen bij niet-medici schokkend overkomen.

Het boek bespreekt achtereenvolgens lichamelijke mishandeling, seksueel misbruik, verwaarlozing, andere vormen van mishandeling (zoals Pediatric condition falsification, het vroegere Münchhausen-‘by-proxy’), overleden kinderen, signaleren en interventies, bewijs en gerechtelijk handelen, en gevolgen van kindermishandeling. Cruciaal om de vraag te beantwoorden of er sprake is van accidenteel of non-accidenteel letsel, is antwoord krijgen op de incompatibiliteitsvraag: klopt de anamnese met het letsel of de klacht? Dus is een verhaal dat een kind brandwonden heeft omdat per abuis de theepot over hem heen viel, zonder dat er sprake is van ‘spat- of stroomletsels’,verdacht. De auteurs beschrijven het onderzoek van het kind respectvol en zorgvuldig. Zo laten zij kinderen boven de twaalf bij het zogenoemde top-teenonderzoek afwisselend hun boven- en onderkleding uitdoen.

Gesprekstechniek
In het hoofdstuk ‘Het bespreekbaar maken van kindermishandeling’ staan veel nuttige gesprekstechnische tips voor iedereen die met kinderen werkt. Zoals hoe je het beste met ouders kunt communiceren. Verder praten kinderartsen al met kinderen vanaf drie jaar! Uitgelegd wordt wat de beste houding is, hoe je suggesties voorkomt, en hoe je voorkomt dat kinderen uit verlegenheid gaan fantaseren. Deze tips zijn ook bruikbaar voor jeugdzorgwerkers die last hebben van handelingsverlegenheid als het om (seksuele) kindermishandeling gaat.

Waarheidsvinding
Zijn er dan helemaal geen kritische noten te plaatsen bij dit boek? Nu, met moeite. Zo is niet geheel duidelijk wat kinderartsen laten prevaleren bij een vermoeden van kindermishandeling: het juridische of het
hulpverlenersaspect. Door het boek heen is niet eenduidig of de auteurs nu vinden dat hulpverlening gelijkwaardig is aan het juridische proces voorrang heeft of juist pas mag starten ná het eventuele studioverhoor bij de politie. Om dit dilemma op te lossen, geldt terecht: multidisciplinair samenwerken, dus inclusief gedrags- kundigen én justitie.

Verdedigingspatronen
Ook zouden de auteurs enige aandacht hebben kunnen besteden aan verdedigingspatronen. Daardoor kun je beter onderscheiden of ontwijkende lichaamstaal duidt op confrontatie met het trauma of dat er alleen sprake is van een korte spanningsboog. Wanneer kinderen als verdedigingspatroon fight, flight of freeze gebruiken, is er sprake van hyperarousal en overheerst het sympathische zenuwstelsel. Dat uit zich in het hebben van klamme handen, verwijding van de pupillen en een versnelde ademhaling en hartslag. Als het verdedigingspatroon surrender wordt ‘gekozen’, overheerst juist het parasympathische zenuwstelsel waardoor het kind slap wordt met een wat gedaald bewustzijn. Ook mis ik wat in de ethologie het approach-avoidance conflict wordt genoemd: de toestand waarin het kind terechtkomt wanneer hij enerzijds door het hechtingssysteem naar de ouder wordt toegetrokken, terwijl hij zich anderzijds uit angst afwendt. Op deze kleine leemten na voldoet het boek goed aan de doelstelling volledig te zijn. Dit waardevolle en praktische boek is verplichte literatuur voor alle artsen in opleiding. Verder behoort elke BJZ, RvdK, jeugdgezondheidsdienst, huisartsenpost en SEH het als naslagwerk in huis te hebben.

Carla Rus

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *