Niet onverwacht het licht uit doen
Commentaar op het onderzoek van de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling (VSK), 31 oktober 2007
Als psychiater vond ik het schokkend om te lezen dat veel slachtoffers van seksueel misbruik zulke negatieve ervaring hebben met de GGZ. Immers, je zou van hulpverleners die bij een dergelijke instelling werken toch juist het ómgekeerde verwachten?! Ik denk ook dat hierdoor de teleurstelling in hen extra groot is.
Het beste komen de psychologen en nog van af. Dat is ook begrijpelijk, want ze hebben een degelijke psychotherapeutische achtergrond. En elke goede psychotherapie begint altijd met: open en aandachtig naar je cliënte luisteren. Dat het met de psychiaters slecht is gesteld, begrijp ik helaas maar al te goed. Psychiaters worden sinds de marktwerking in de GGZ gedwongen weer hun ouderwetse, wat afstandelijke positie in de nemen. Zij worden tegenwoordig vooral ingezet om snel in te kunnen grijpen in crisissituaties, voor medicamenteuze ondersteuning en voor het plegen van diagnostiek. Hieronder valt ook het classificeren van de cliënte middels een zogenaamde DSM-IV code. Daarmee krijgen de problemen van een cliënte een cijfertje, waarmee ziektekostenverzekeringen via vaste 'diagnose-behandel-combinaties' (DBC 's) vaststellen hoeveel geld maximaal aan deze cliënte gespendeerd mag worden. Om als GGZ aan je geld te komen, móet je dus wel je cliënten in een hokje stoppen! Terwijl jullie onderzoek leert, dat cliënten die het slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik, er juist allérgisch voor zijn om in een hokje gestopt te worden! Hulpverleners moeten hier dus, tegen de platte wetten van de marktwerking in, voor blijven strijden dat cliënten als individú worden blijven gezien.
De marktwerking heeft er ook toe geleid, dat voor veel behandelingen minder tijd staat dan vroeger. Gelukkig krijgen ernstig getraumatiseerde mensen, door de strijd die traumatologen hiervoor hebben gevoerd, relatief veel tijd. Maar nog steeds minder dan vroeger. En minder behandeltijd betekent: minder aandacht voor de cliënte. Minder behandeltijd betekent ook: minder tijd hebben om een vertrouwensrelatie op te bouwen. En dit is bij cliënten die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik juist een voorwaarde! Minder behandeltijd betekent ook, dat je minder tijd hebt om onder jouw steunende aanwezigheid, de cliënte zelf uit te laten zoeken waar haar grenzen liggen en welke coping-stijlen (strategieën hoe om te gaan met problemen) nog het meest effectief zijn. Onder tijdsdruk zul je als therapeut eerder jouw eigen, weliswaar goed bedoelde, ideeën voorleggen en dus opleggen aan de cliënte, en eerder beslissingen voor haar nemen. De cliënte kan daardoor eerder slachtoffer worden van zogenaamde 'expert-macht', waarbij zij zich overgeleverd kan voelen aan de beslissingen van de therapeut en het gevoel krijgt hier zelf weinig invloed op te hebben. En juist bij slachtoffers van seksueel misbruik moet je dit koste wat kost voorkomen! Verder staat onder tijdsdruk het aangaan van een gelijkwaardige relatie met je cliënte onder druk. Uit jullie onderzoek blijkt ook, dat gelijkwaardigheid in de therapeutische relatie van wezenlijk belang is na seksueel misbruik. Om ook maar de schijn te voorkomen dat de cliënte in de therapeutische relatie qua macht 'onder ligt', hetgeen een herhaling zou zijn van de vertrouwensrelatie waarbinnen het seksueel misbruik plaatsvond, moet je als therapeut altijd streven naar gelijkwaardigheid met je cliënte. Vooral toen ik nog maar pas met slachtoffers van seksueel misbruik werkte, (dat is nu alweer van 25 jaar geleden!), heb ik vanuit die gelijkwaardigheid ontzettend veel van mijn cliënten geleerd. Immers, zij zijn de ervaringsdeskundigen, en door goed naar hen te luisteren heb ik steeds meer begrepen wat seksueel misbruik met iemand doet. Ook van de bewonderenswaardige manier waarmee veel cliënten met hun pijn omgaan, heb ik veel geleerd. Het verbaast me dan ook niets, dat slachtoffers van seksueel misbruik meestal positieve ervaringen hebben met ervaringsdeskundigen van bijvoorbeeld de VSK!
Jullie onderzoek sterkt mij in mijn strijd voor behoud van kwaliteit binnen de GGZ, tegen alle kostenplaatjes in. Verder zal ik er alles aan doen om aan machthebbers binnen de GGZ duidelijk te maken, dat juist cliënten die als kind slachtoffer zijn geweest van het verschrikkelijkste soort machtsgebruik wat je kunt bedenken, binnen een therapeutische afhankelijkheidsrelatie recht hebben op voldoende tijd, aandacht en invloed. Ook zal ik mijn best doen te bevorderen dat er voldoende aandacht blijft voor deskundigheidsbevordering op dit gebied. Waarbij de docenten zowel uit traumatologen als uit ervaringsdeskundigen zouden behoren te bestaan.
Als laatste leert dit onderzoek dat de reguliere GGZ meer samenwerking zouden moeten zoeken met alternatief therapeuten. Jullie zijn zeer positief over hen, vanwege hun holistische kijk. Daar kan de in hokjesgeest denkende GGZ dus nog veel van leren!
Ik had dolgraag op deze dag aanwezig willen zijn, maar een chronische ziekte maakt mij het reizen praktisch onmogelijk. Ik wens jullie verder veel succes en liefde in jullie leven, en ook wens ik jullie een fijne en zinvolle dag toe!
Carla Rus