Kinderen van het licht
Column in: Perspectief, tijdschrift van de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling, juni 2007
Elk kind heeft recht op het respecteren van zijn fysieke en psychologische grenzen en het ontvangen van onvoorwaardelijke liefde. Alleen dan kan een mensje in de knop tot volle bloei komen en uitgroeien tot een evenwichtig mens dat op zijn beurt een nieuwe generatie mensenkinderen onvoorwaardelijk kan liefhebben. Om deze geborgenheid te bereiken moeten we ons als volwassenen tegenover íeder kind betrokken opstellen en zonodig ingrijpen. Niet alleen thuis, ook op school, op de sportvereniging, op straat en in elke leefruimte van het kind.
Geborgenheid geven is bemoeien: elk kind heeft recht op bemoeizorg.
Ook al gaat het om het kind van je broer, het kind van de buren, het kind aan de overkant, het kind in Afrika... maar sowieso het kind dat tijdelijk jouw pad kruist, hoe kort dan ook.
Gezinnen geven problemen vaak van generatie op generatie door, laat hen niet in de steek onder het mom van privacy. Een kind is niet het eigendom van de ouders, het kind is van zichzelf en komt voort uit pure liefde. Wij hebben de eer het te mogen begeleiden, een opdracht waar wij ons niet aan mogen onttrekken. Wanneer een kind onrecht wordt aangedaan, behoren onze ogen er naartoe getrokken te worden, behoort ons hart te gaan spreken, behoort ons verstand het onrecht niet te bagatelliseren maar te erkennen, behoort ons handelen erop gericht te zijn dit kind te beschermen. Dit is een morele plicht die ingebed dient te zijn in alle lagen van onze gemeenschap en waarin elk mens een persoonlijke verantwoordelijkheid heeft. Zonodig laten we ons hierbij helpen door professionele instanties die gericht kunnen ingrijpen: omzichtig vanwege de tere materie, maar zonder enige aarzeling.
Dit alles is geen plicht die ons leven verzwaart, integendeel. Wanneer we kinderen koesteren geven ze licht aan ons leven, want via hen bewaren we het kind en het licht in onszelf.
Carla Rus