Gebed van een ongelovige Thomas
Wanneer je bent als duizend draden licht
een veld met stippen paars en wit
violieren in mijn ogen spelen
wil ik je geloven
Maar als u rechter zonder moeder bent
kleuren uw wateren koud en blauw
in zonnestelsels zonder herberg
Wanneer je bent als warme nevel
die streelt van mens tot mens tot kever
potvis paard en poes wil ik je geloven
Wanneer je bent als dartelende vlinders
die onze geuren als lavendel speuren
wil ik aan je ruiken
Maar als u na schepping van uw driften
ons rubriceert in hel en hemel
koersen we onder het billboard
JEZUS REDT
schel schietend onze snelweg
Wanneer je bent als zeventig fonteinen
die mijn eeuwenlange loden lijnen
wassen wil ik je geloven
Wanneer ik niet alleen met pijnen
mijn kinderen mag baren
maar zowel genieten van mijn snaren
ook
Maar als u één kind uitverkiest in uw woestijn
met keppels kruizen sluiers wielen vlagt
worden onder het luid geschal
ALLAH IS GROOT
hoofden afgehakt
Geloof me:
wanneer je ons klein als mieren houdt
vergeet je dat wijzelf na slikken van slang
en vrucht je paradijs verruilden voor het zout
waarmee we goed van kwaad kunnen scheiden
toon je mij slechts een sleets tapijt
Niet dat ik je niet begrijp
Ook ik moet mijn kinderen loslaten
hun eigen fouten laten snoeien
hen overdragen aan de sterren tot
ze misschien in de hemel groeien
dat iets wat ik heb gezaaid
geoogst wordt op tijdstip X
licht na mijn dood
of niks
Wanneer je bent als vluchten vogels
die mij met zwermen tere vleugels traag
het grote water overdragen
verblindt jouw aangezicht mij niet
omdat mijn ziel
je kent
Dan ben je een zee aan piano fluiten snaren
ben je het zachte vuur van gouden draden
waarmee je fijne huiden samenweeft
Overweeg ik zonder zeker weten
aan het eind van alle dingen
een enkele reis op je tapijt
dat ik een vonk ben
van jou
Carla Rus, april 2006