Arts is soms gevaarlijker dan kwakzalver
Het is goed dat de inspectie voor de volksgezondheid kwakzalvers wil aanpakken die patiënten afhouden van een goede reguliere therapie. Toch moeten patiënten soms ook beschermd worden tegen reguliere artsen. Het komt regelmatig voor dat ziektes niet worden erkend of als psychisch worden afgedaan.
In: Trouw, Podium, 26 februari 2004, Beeld Maria Well
Een goed alternatief therapeut zal een patiënt aanraden om zich ook te laten onderzoeken door een regulier arts, en kan daarnaast de patiënt tot steun zijn op een wijze waar de reguliere arts vaak geen tijd meer voor heeft. Maar ook zonder zo'n advies staat het de patiënt vrij om naar zijn eigen huisarts te gaan. De patiënt die naar een alternatief therapeut gaat, heeft hierin dus een keus en ook een eigen verantwoordelijkheid.
Anders is het voor mensen bij wie lichamelijke klachten worden gepsychologiseerd door huisarts of specialist, omdat die vanuit een vooroordeel of een gebrek aan bijscholing de diagnose mist. Deze mensen hebben géén keuze of moeten, als de huisarts niet meewerkt, veel moeite doen om een arts te vinden die hen 'gelooft'. Ook deze mensen ontberen de juiste behandeling en lijden bovendien aan een gebrek aan erkenning omdat de reguliere arts veel meer formele macht heeft dan de alternatief therapeut.
Ik ben zelf psychiater en weet hoe vaak psychologische problemen lichamelijke klachten geven. Ook weet ik dat huisartspraktijken overladen worden met dit type klachten. Het is dus te begrijpen dat huisartsen er af en toe naast zitten. Maar dat ontslaat hen nog niet van de verantwoordelijkheid om hun patiënt serieus te nemen. En als ze niet direct een lichamelijke oorzaak voor de klachten kunnen vinden, moeten ze niet automatisch concluderen dat het wel 'psychisch' zal zijn.
Ik weet niet om hoeveel gevallen per jaar het gaat waarbij de huisarts de eerste symptomen van kanker niet serieus neemt of psychologiseert, waardoor de patiënt uiteindelijk te laat bij de specialist terechtkomt. Maar van patiënten met een chronische ziekte is hierover meer bekend. Zo blijkt bijvoorbeeld dat bij posttraumatische dystrofie (ernstig pijnsyndroom na een infectie, operatie of trauma) twee derde van de 20000 patiënten ten minste eenmaal de diagnose 'psychisch' over zich heen krijgt. Terwijl uit wetenschappelijk onderzoek al jaren bekend is om welke chemische verstoringen in de zenuwknopen van het ruggenmerg en in de aangedane ledematen het gaat. Vele van deze patiënten ontberen om die reden nog steeds de juiste behandeling.
Mensen met een post-whiplash syndroom, van wie er jaarlijks 30000 in Nederland bij komen, krijgen het ook zwaar te verduren. Neurologen hebben zich op het officiële standpunt gesteld dat blijvende klachten voortkomen uit de psyche. Wanneer je hieraan werkt, zouden de klachten vanzelf verminderen. Maar wat betekent dat voor mensen bij wie de klachten niet verdwijnen, is dat dan hun eigen schuld ? Ook het ziektebeeld ME (chronische-vermoeidheidssyndroom) -goed voor 35000 patiënten- valt in de prijzen. Hoewel met biochemisch onderzoek diverse lichamelijke afwijkingen aangetoond zijn in urine, bloed en spieren en psychiaters nooit een psychiatrische oorzaak gevonden hebben, stellen veel artsen zich op het standpunt dat er sprake is van een psychische aandoening. Ook patiënten met fibromyalgie (hiervan zijn er in Nederland meer dan 100000) waarbij de spieren vaak zichtbaar gespannen en gezwollen zijn, worden vaak niet geloofd. Puur omdat de wetenschap nog niet zover is dat ze precies begrijpt hoe de vork in de steel zit.
Daarmee treft bovenstaande vier patiëntengroepen hetzelfde lot als MS-patiënten -voordat bekend werd dat bij hen de myelineschede (beschermend hulsje rond zenuwen) langzamerhand verdwijnt- en de tbc-patiënten voordat de tuberbacil werd ontdekt. Van schizofrenie weten we tegenwoordig wat er biochemisch aan de hand is in de hersenen, maar nog niet zolang geleden werd de aandoening toegeschreven aan het feit dat de moeder dubbele boodschappen uitzond. Ook van mensen met epilepsie werd vroeger door artsen beweerd dat zij hysterisch waren.
Kortom het is prima dat de inspectie en minister Hoogervorst de kwaadaardige uitwassen van de alternatieve geneeskunde harder gaan aanpakken. Maar ook de diagnose van veel reguliere artsen rammelt vaak, doordat de wetenschap nog niet zover is, doordat artsen hun literatuur niet hebben bijgehouden of gewoon uit vooroordeel. Omdat artsen slecht toe kunnen geven iets niet te weten, wordt bovendien onterecht vaak een psychiatrische/psychologische diagnose gesteld.
Carla Rus; Psychiater en dystrofie-patiënt