GESLUIERDE MONOLOOG
Dronken van mijn dans
voor jou
wikkel ik mijn onstuimige zee
in jouw lakens, vlij mij op je tapijt
verwarm mij geknetter van je vuur
In mijn sappen drijven vragen boven
waarom mijn schijn schoon gevonden wil wensen
waarom niet – net als paradijsvogels pauwen merels
dit overlaten aan jou mijn liefste
Je geeft me cadeau’s, naakt me jouw borst
die ik op mij wil drukken:
verlangen naar kriebels tussen
heet hard en fluweel
Tot zover rijmt de natuurwet
Maar waarom liggen mijn kleurige veren wild verspreid
over je vloer en zwijgt mijn adem zwoegend na
mijn marmottengekrijs?
Moet ik mij zorgen maken dat mijn mascara
of jij uitloopt naar een ander liefje misschien wel vier?
Hebben mijn borsten wel jouw maat
mijn billen rond genoeg?
Overdag loopt mijn fluweel in schutskleuren rond:
je vertrouwt je maten niet, kent jezelf
Mijn hals oren polsen enkels zijn geboeid
door jouw bandeloze lusten
Buiten mag ik niet versieren
dat doe jij
Maar ik mag ook niet kiezen
zoals de vogels
dat doen de families, dat doe jij
Dit rijmt niet met de natuurwet
voor geen sier
Hoort, het dondert in de verte mijn liefste
er is onweer op komst