Categoriearchief: Blog van Carla Rus

Blog artikelen van Carla Rus

Toolkit Post-Covid up to date (2 jan. 2024)

2 januari 2024

In Duitsland zijn ruim 100 poliklinieken gespecialiseerd in post-Covid, terwijl er bij ons geen enkele voorziening is. De Duitse artsen gebruiken oude, goed onderzochte geneesmiddelen tegen de post-Covid klachten. Min. Kuipers voelt hier voorlopig niet voor. (Zie aflevering Kassa).

Op deze zelfde manier adviseren oud-hoofdverpleegkundige Idelette Nutma en ondergetekende (oud-neuropsychiater) al drie jaar nu zo’n 1500 patiënten.
Behalve ons onderzoek naar SSRIs bij 95 post-Covid patienten met een publicatie in Nature Scientific reports (zie link), hebben we nu ook veel ervaring opgedaan met andere middelen (steeds wetenschappelijk onderbouwd). De voorschrijvers zijn steeds de huisartsen en specialisten en die blijven eindverantwoordelijk. Die heb ik regelmatig aan de telefoon of over de mail om te adviseren.
Ik werk nu weer drie jaar pro Deo full time, want u begrijpt mogelijk wel hoeveel werk wij hebben om steeds weer uit te leggen waarom een bepaald middel juist voor welke klacht zou kunnen helpen en de literatuurverwijzingen hiernaar. Daarom zou ik het zeer op prijs stellen als ik de kans krijg een artikel hierover in het NtvG te schrijven, zodat artsen meer uit zichzelf een veilig medicijn off label durven voorschrijven bij hun vaak wanhopige patiënten. Niet evidence based, maar best practice! Post-Covid is een ziekte waar in Nederland meer dan 100.000 mensen aan lijden, waaronder 90.000 ernstig. Vaak jonge mensen met kleine kinderen van wie hun leven volledig verwoest is. Het is een nieuwe ziekte waar voorlopig nog geen nieuw medicijn voor is, en die dus om onorthodoxe, maar veilige maatregelen vraagt om symtomen te verlichten. Zie ook wat Jolande Sap van het MIT hierover zegt.

Wij adviseren:

1. SSRI’s (goedkoop medicijn dat vergoed wordt). Hier hebben we een cohortstudie naar gedaan die gepubliceerd is in Nature Scientific rapport.
Met name neurocognitieve klachten, hartkloppingen en vermoeidheid (deze in de tweede plaats) nemen bij 2/3 van de mensen aanzienlijk af. Bij 20% helpt het een beetje.
Literatuurverwijzing (link) naar ons artikel (Rus et al) en daaronder een artikel in Cell (Wong et al).

https://doi.org/10.1016/j.cell.2023.09.013

Wij adviseren echter, rationeel/wetenschappelijk onderbouwd, met veel meer middelen. Zoals:

2. N-acetylcysteïne (fluimucil) werkt via de executieve glutaminerge cellen in de hersenen. Kan effectief zijn tegen overprikkeling en hartkloppingen. Zie ook figuur 6 in ons artikel. En in het Tijdschrift voor Psychiatrie een artikel uit 2017 van mijn hand over de preciese werking van NAC in de hersenen.

Maar patiënten moeten NAC zelf betalen. Wij zoeken voor hen altijd naar de goedkoopste variant. Naast de werking op glutaminerge cellen, zorgt NAC ook vorming van het anti-oxidant gluthation.

3. Resveratrol (een AHR-antagonist) heeft een vergelijkbare werking als het antikankermedicijn IK-175, dat enige tijd geleden als veelbelovend medicijn in het nieuws werd gebracht. Zie ook figuur 6 in ons artikel.

Guo, L. et al. Prolonged indoleamine 2,3-dioxygenase-2 activity and associated cellular stress in post-acute sequelae of SARS-CoV-2 infection. EBioMedicine 94, 104729 (2023).

4. Allerlei antihistaminica (H1 en soms ook H2 antagonisten), als bij patiënten het Mescelactivatie syndroom (MCAS) aanwezig is. Vergoed op recept.

5. Orthiflor vanwege verstoord microbioom in de darmen. Duur product, wij zoeken altijd naar goedkopere alternatieven. Hierbij een verwijzing naar eenm artikel over het verstoorde microbioom in de darmen.

6. Antischimmelbehandelingen (vanwege overgroei van schimmels in de darmen bij post-Covid patiënten). Vergoed via huisarts.

7. Advies om alle suiker te vermijden om de replicatie van schimmels te verminderen.

8. LDN (Lage dosis naltrexon). Alleen verkrijgbaar op een beperkt aantal plaatsen waarnaar wij de voorschrijvende arts verwijzen.

9. Metformine (volgens beleid op de IC’s) om de bloedsuikerspiegel zo laag mogelijk te houden, zodat schimmels en virussen minder kans krijgen. Als adviseurs durven wij deze aanpak niet aan. Ik denk dat het alleen veilig kan worden gedaan in laboratoriumomstandigheden, omdat mensen er hypo’s van kunnen krijgen. Alleen met een neusspray zou kunnen, maar ik weet niet of je dan niet (bijna) hetzelfde effect krijgt als onder de 7.

10. Allerlei antipsychotica om de ‘vecht-vlucht’-modus te doorbreken. Soms pregalabine (een anti-epilepticum)

11. Quetipine om ernstige angst te doorbreken.

12. Zo min mogelijk tranquilizers (zoals oxazepam), ook al werken ze goed.

11. Colchicine voor gewrichtspijn.

12. Nicotinepleisters voor crashes, zoals ernstige POTS. (Zie ook figuur 6 uit ons artikel voor een van de werkingsmechanismen: via verminderde werking van de giftige KP metabolieten. Verder geeft nicotine natuurlijk ook vaatvernauwing)

Chilosi, M. et al. Unbalanced IDO1/IDO2 Endothelial Expression and Skewed Keynurenine Pathway in the Pathogenesis of COVID-19 and Post-COVID-19 Pneumonia. Biomedicines 10, 1332 (2022).

Enz. enz. (We adviseren, afhankelijk van de klachten zo’n 20 geneesmiddelen en supplementen).

Na 1.500 mensen geadviseerd te hebben, beginnen we een idee te krijgen van welke ‘profiel’-patiënt (je kunt globaal vijf hoofdgroepen onderscheiden) je de meeste kans hebt om welk medicijn te gebruiken.
Het beste effect hebben we nog steeds met SSRI’s. We laten mensen heel langzaam opbouwen en indien nodig overstappen op een andere SSRI als de bijwerkingen te lang aanhouden en we vermoeden dat ze een CYP hebben. Indien nodig laten wij een farmacogenetisch profiel aanmaken (voor mensen die het zich dat kunnen veroorloven). Anders doen we het via trial and error, zoals hierboven beschreven.

Voor alle bovenstaande geneesmiddelen kan ik naar nog (veel) meer wetenschappelijke artikelen verwijzen, die de onderbouwing vormen voor deze keuze. Alleen al in ons artikel staan 80 referenties.

Twee nieuwe supplementen bij long Covid

2 augustus 2023

Twee nieuwe supplementen bij long Covid: Naphtoflavone of resveratrol.

Dat zijn AHR antagonisten. (Ook tegen reuma). Zie het volgende artikel.
Prolonged indoleamine 2,3-dioxygenase-2 activity and associated cellular stress in post-acute sequelae of SARS-CoV-2 infection. Published:July 26, 2023 DOI:https://doi.org/10.1016/j.ebiom.2023.104729

Dit goede artikel uit de Lancet, is een bevestiging dat wij met de SSRI OP de goede weg zijn. maar mogelijk zijn deze twee supplementen nog beter, want rechtstreekser.

Experimenteel werk-protocol medicamenteuze adviezen bij Post Covid patiënten

27 juli 2023

Experimenteel werk-protocol medicamenteuze adviezen bij Post Covid patiënten.
Carla Rus en Idelette Nutma 14-07-2023
Zie de site www.sepsis-en-daarna.nl onder de knop Corona.

Onderstaande is gebaseerd op pro Deo adviezen aan enkele honderden Post Covid patiënten sinds eind 2020.

We laten mensen altijd eerst checken of ze geen vit D of B12 tekort hebben.

1. Onze basisadvies is een serotonine-heropname-remmer (SSRI). En wel een Sigma1receptor agonist: citalopram, fluvoxamine, fluoxetine of venlafaxine (een SNRI). Een SSRI is eigenlijk een antidepressivum en wordt in het basispakket vergoed door de ziektenkostenverzekering. Zie bij artikel aan het eind van punt 1 (nu nog preprint) waarom wij kiezen voor een Sigma1receptor agonist.

– Doseringen SSRI staan op de site sepsis-en-daarna.nl (onder de knop Corona). Daar staat ook een stuk tekst voor de voorschrijvend arts. Met uitleg over de werkingsmechanismen.

– We benadrukken altijd dat we Post Covid een biomedisch probleem vinden en dat in dit geval de SSRI om andere werkingsmechanismen wordt voorgeschreven dan bij een depressie of angststoornis.

– We vertellen altijd dat er in het begin bijwerkingen zijn, en dat daarna de werking pas begint. Dus dat ze even door de zure appel heen moeten bijten voordat hij zoet wordt. Bijna 80% van de mensen heeft na vier weken op de laatste dosis te hebben gestaan, geen tot nauwelijks bijwerkingen meer. Transpiratie en tinnitus zijn de meest hardnekkige bijwerkingen.

– Anamnese. We vragen eerst welke andere ziekten iemand heeft en welke medicatie de patiënt al krijgt.

Als patiënten al mirtazapine (eerste generatie antdepressivum) krijgen om beter te slapen (vaak), laten we dat eerst bij grote voorkeur afbouwen om een serotonerg syndroom te voorkomen als dit gecombineerd wordt met een SSRI. Daarvoor in de plaats adviseren wij sederende promethazine drank: 5 á 30 ml voor de nacht. Dat is een H1 antagonist, en behalve dat het sedeert (waardoor je er beter door slaapt), is het ook goed tegen post covid en laat het de SSRI’s beter hun werk doen (zie preprint). Vaak gaan mensen door een SSRI al beter slapen (i.t.t. bij depressies en angststoornissen). Waarschijnlijk door een betere werking van de hersenstam.

Eerste keus: citalopram
Zie opbouwschema op de site.
Bij heel kwetsbare (bedlegerige) mensen werken we het liefst met citalopram druppels, zodat mensen het dan zeer rustig kunnen opbouwen. Ze kunnen dan pas weer doorgaan naar de volgende dosering als de bijwerkingen (nagenoeg) verdwenen zijn. Elke druppel is 2 mg (maar is in de praktijk iets meer dan 2 mg van een tablet). Als iemand de citalopram niet goed afbreekt, kom je er al bij een dosis van 2 á 4 mg achter en kun je het weer zeer voorzichtig afbouwen. Als dit met veel bijwerkingen en onttrekkingsverschijnselen gepaard gaat, kun je het afbouwproces begeleiden door tijdelijk oxazepam (3 dd 10 mg) voor te schrijven.
Daarna is een farmacogenetisch profiel gewenst om te kijken welke SSRIs wel of niet goed afgebroken kunnen worden. Als dat te duur is voor mensen (kost een paar honderd euro), wordt het een proces van trial and error, waarbij we een ander SSRI in lage dosering proberen. De overgang van de ene SSRI naar de andere, adviseren wij sneller dan in het Farmacotherapeutisch Kompas staat, om zoveel mogelijk onttrekkingsverschijnselen en opbouwproblemen te voorkomen.

Fluvoxamine, fluoxetine of venlafaxine
Als mensen wat sterker zijn, gaan we ook wel naar fluvoxamine, fluoxetine of venlafaxine.
Fluvoxamine lijkt extra goed te zijn als er verschijnselen zijn van het PDS, eventueel mede veroorzaakt door het Mestcelactivatiesyndroom (als Post Covid klacht).
Venlafaxine activeert in een dosis vanaf 150 mg per dag – behalve de serotonerge- en noradrenerge huishouding – ook de dopaminerge huishouding. Dit geeft extra energie. En daarin schuilt ook meteen het gevaar, want mensen die zich beter gaan voelen door een SSRI, moeten toch binnen hun grenzen blijven opereren. Wanneer ze naar twee jaar stilstaan in hun leven weer op het oog “alles” kunnen, kunnen ze teveel ‘losgaan’ met het risico terug te vallen. Dat is bij twee patiënten (van de iets van 500 mensen) van ons gebeurd (soort uitputting van het dopaminerge systeem). Dus bij voorzichtige mensen die goed op blijven letten en niet de CEO van een groot (of klein) bedrijf zijn, is dit een goed geneesmiddel, maar bij mensen die te snel weer enthousiast worden raden wij het tegenwoordig niet meer aan.

Einddosis bij iedereen anders
Wij gaan niet voor standaard. Dus de ene patiënt blijft bijvoorbeeld op 15 mg citalopram staan, en de ander gaat naar 30 mg. We zeggen altijd dat ze moeten stoppen met ophogen, als ze het effect goed genoeg vinden. Verder is die einddosis mede afhankelijk van de bijwerkingen.
We begeleiden mensen net zo lang totdat ze op de voor hen beste SSRI staan in de voor hen meest werkzame dosering. Anders gaan we over naar plan B (no 3)

Effecten onderzoek bij 95 patiënten die SSRI kregen
63,4 % van de 95 mensen waar wij onderzoek naar deden, heeft (veel) baat bij een SSRI. Bij 20 % helpt het matig. Bij ruim 10 % doet het niets (vooral als spierpijn- of zwakte het hoofdsymptoom is). Vooral brainfog en overprikkeling nemen sterk af. Maar ook vermoeidheid, palpitaties en PEM nemen redelijk goed af. Zie preprint hieronder.

Zie voor werkingsmechanismen van een SSRI bij post covid ons artikel (staat nu nog als preprint online: dus alleen verspreiden onder onderzoekers en collagae!):
DOI: https://doi.org/10.21203/rs.3.rs-3153645/v1

2. N-acetylcysteïne (NAC). Als de neurocognitieve klachten en de palpitaties onvoldoende zijn afgenomen door de SSRI, laten we de SSRI combineren met NAC (fluimucil).
Hier zijn we systematisch mee begonnen na ons onderzoek afgerond te hebben. Als iemand veel last van overprikkeling, (cognitieve klachten) of hartkloppingen heeft, zou diegene er n-acetylcysteïne bij kunnen gebruiken. Dat is gewoon fluimucil dat je bij de drogist kunt krijgen. Als je de vloeibare vorm neemt: 3 keer daags 600 mg nemen (3 keer daags 15 ml). Dat is hoger dan op de verpakking staat voor taai slijm. Het werkt via de glutaminerge executieve cellen overal in de hersenen. Ook in de prefrontale cortex en de ACC. Ook maakt fluimucil het anti-oxidant glutathion aan. Tijdens het eten innemen. Het heeft geen bijwerkingen (als je tenminste geen astma hebt!), alleen kan het je slijmvliezen wat prikkelen. Soms werkt het daardoor ook positief uit op je darmen en andere klachten. Met dit middel kun je ook zo weer stoppen als het niets doet. Bij vitaminenperpost.nl is het goedkoper te krijgen.
Of:
https://www.pharmamarket.nl/lysomucil-600-mg-60-bruistabletten.html
Het actieve bestanddeel van lysomucil 600 mg bruistabletten is acetylcysteïne. Het mag dus zowel NAC zijn, als NALC.

3. Als mensen slecht slapen, door post covid of door een SSRI, adviseren wij :
Promethazine drank: 5 á 30 ml voor de nacht. Daar kunnen mensen zelf mee spelen. Dat is een H1 antagonist, en behalve dat het sedeert waardoor je er beter door slaapt, is het ook goed tegen post covid en laat het de SSRI’s beter hun werk doen

4. Fluimucil en methylfenidaat gecombineerd
Voor je neuropsychologisch problemen kun je ook fluimucil en methylfenidaat samen gebruiken. Mensen kunnen methylfenidaat (dat op een apart recept moet, omdat het onder de opiumwet valt) een keertje proberen door één tabletje van 5 mg van de kortwerkende (2 uur) methylfenidaat te nemen. Als het werkt, kunnen zij naar de langwerkende van 27 mg gaan (werkt 10 uur:). Eventueel daarna of daarvoor nog gecombineerd met een kortwerkende van 2 mg.
Methylfenidaat vermindert de overprikkeling. Dat doet het bij ADHD, maar ook bij post covid. Wij werken naast NAC niet met guanfacine (Yale university doet het wel), omdat mensen daar erg veel bijwerkingen van kunnen krijgen.

5. Mestcelactivatie syndroom, behandeling:
a. H1 antagonist. Dat kan bij de drogist gehaald worden als hooikoortstabletje: 10 à 20 mg cetirizine. Of aerius. Of desloratadine (op recept bij de huisarts, dan wordt het vergoed: 5 a 10 mg per dag) Een H1 antagonist is goed tegen post covid (er komt veel histamine vrij in de cascade van ontstekingsreacties) en hoogstwaarschijnlijk kan de SSRI ook beter werken hierdoor (zie mijn artikel).
b. H2 antagonist als cimetidine: 200 mg om mee te beginnen. Mag tot 400 à 600 mg. Op recept. (Is eigenlijk een maagbeschermer).
c. Als de huid rode vlekken vertoont die heel erg jeuken: hydrocortisol. Dun opsmeren. Op recept. Dit niet teveel doen, want je huid wordt er dunner van.
d. Histamine-arm eten. Eventueel naar een diëtist verwijzen, om nog zo goed en zo lekker mogelijk te kunnen eten. De standaard is: fermentatie processen in voeding is een No Go. Verse producten kiezen en weinig kruiden.

6. H1 Antagonisten adviseren wij ook wel zonder een duidelijk mestcelactivatie syndroom, omdat het goed is tegen post covid en de SSRI hierdoor waarschijnlijk beter zijn werk kan doen.

7. Supplementen: vit C, liefst: Esther-C (maar is duur helaas) (minstens 500 mg), magnesium (op tauraat basis), vit D. Door foliumzuur (en vitamine B) zou een SSRI beter gaan werken.

Andere ideeën (hebben we geen of minder ervaring mee):

8. LDN: Low Dosis Naltrexone
Endorfine spelen een cruciale rol in het moduleren van het immuunsysteem en het reguleren van de celdeling.

Behandeling van ME/CVS en Long Covid met Low Dose Naltrexon

Dosering Opties voor LDN. Beginnen met een lage dosis opbouwen gedurende een periode van enkele weken, totdat je stabiel bent bij je doel-dosis (“Go-Low, Go-Slow”). De startdosis kan variëren van 0,5 mg tot 1,5 mg en wordt verhoogd tot 4,5 mg, wat de maximale dosis is voor naltrexon met lage dosis. Hoewel je mogelijk een lagere doel dosis nodig hebt, volgens de instructies van de farmaceutische industrie.
https://ldnresearchtrust.org/sites/default/files/2020-05/Dutch-Patient-Info.pdf

Verkrijgbaar bij cardiozorg of:
https://www.mijnapotheek.nl/ldn-bijsluiter

9. Bij POTS: voldoende vocht en zout (of ORS), eventueel gecombineerd met steunkousen. Dit combineren met een SSRI voor stabieler werkend autonome zenuwstelsel.

De behandeling van POTS bij Long COVID

actie.
10. Mestinon. Begindosering 30 à 60 mg, om de drie uur. Onderhoudsdosering 0,3 tot 1,2 g per dag, afgestemd op de individuele reactie.
Middel tegen myasthenia gravis. Remt reversibel cholinesterase in het perifere zenuwstelsel. Deze remming leidt tot ophoping van acetylcholine bij de motorische eindplaat en bij andere cholinerge synapsen. De spieren worden hier tijdelijk sterker van. Een SSRI doet daar relatief weinig voor. Wel veel onttrekkingsverschijnselen als dosis wordt overgeslagen of voor de eerste dosis van de dag.
Soms meer dosis nodig. Alarm nodig om op tijd een nieuwe doses te nemen.

11. Deflazacor: 6-90 mg per dag. Of Prednison (bij voorkeur nadat op een MRI aangetoond is dat er sprake is van actieve ontstekingen in de hersenen!). Algemene ontstekingsremmer. Paar dagen 40 mg per dag. Daarna een paar weken 20 mg per dag om vervolgens op 5 tot 20 mg per dag te blijven staan. Werkt goed bij fibromyalgie.

12. Colchicine bij gewrichtsproblemen. 0,5-1,5 mg per dag, verdeeld over drie dosis. als het wat rustiger is, terug gaan naar 0,5 mg voor de nacht.

13. Quetiapine 25 à 100 mg. Bij erge angst (tijdelijk).

14. Dogmatil (50 mg) sulpiride: 1keer daags 1 voor de nacht.

15. Anakinra. Een interleukine. Bij auto-inflammatoire periodieke koorstsyndromen. 100 mg/ 1 keer dag.

16. Metformin (Anti-diabetes) vermindert ook de kans met 42% op post covid. Het werkt anti-inflammatoir.

17. ACE remmer (covid virus kan moeilijker herinfecteren).

18. Nervus Vagus stimulatie oor door acunpucturist. Of zelf masseren daar (goedkoper). Hoe het werkt is onbekend. Misschien via kwantumfysica?

19. Bij problemen met ogen, zoals convergeren: Een + bril of/en oefeningen bij een optometrist.
Bij problemen met het zien van blauw licht: rode bril.

20. Bij herinfectie, van welk virus dan ook: valaciclovar + ascal (dat laatste alleen indien iemand geen SSRI heeft, want SSRI werkt ook als antistol.)

21. Bij grote terugval: eventueel nicotine (pleisters).

22. Traumeel, homeopathisch middel tegen overprikkeling.

Het bewaken van de eniergie-balans blijft van groot belang, evenals consequente aandacht voor ontspanning.
Behalve bij mensen post Covid klachten geven wij deze adviezen ook aan mensen met post-vaccinatie-klachten.

Fluimucil: geneesmiddel bij overprikkeling

28 dec. 2022

Fluimucil om overprikkeling bij long covid te verminderen

Bij overprikkeling en/of als mensen niet door de bijwerkingen van een SSRI heen kunnen komen, raad ik N-acetylcysteïne (fluimucil) aan. Dat kun je zo bij de drogist kopen en heeft -als je geen astma hebt – geen bijweringen! We tijdens het eten innemen omdat het wat prikkelend is op de slijmvliezen.

Werkingsmechanisme:

1. Vermindert inflammatie

https://www.orthokennis.nl/nutrienten/N-acetyl-L-cyste%C3%AFne

2. MAAR DAT IS NIET HET ENIGE!
N-acetylcysteïne werkt op de glutaminerge hersencellen. Glutamaat is een exciterende neurotransmitter, dus zorgt voor overprikkeling. Glutaminerge hersencellen zijn excutieve hersencellen en zitten overal in de hersenen!
Zie voor het preciese werkingsmechanismen van fluimucil in de hersenen:
Mijn artikel in het Tijdschrift voor Psychiatrie uit 2017:
‘Een meisje met automutilatie behandeld met N-acetylcysteïne’
Dit staat ook op mijn website onder de knop Artikelen, categorie F Oorlog in je hoofd.

Brief aan het Longfonds over Long covid

Brief aan het Longfonds over Long covid
Dit schreef ik 21 dec. aan Karen Haks,

Beste Karen Haks, kennishouder PostCovid.nl,

RCT
Sinds eind 2020 ben ik al bezig te proberen een gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT) van de grond te krijgen om te bewijzen dat een SSRI een (zeer) positief effect kan hebben op 2/3 van de mensen met long covid. Dit percentage baseer ik op de adviezen die ik gaf bij ongeveer 300 mensen met long covid gedurende twee jaar tijd. (Zie hieronder de werkingsmechanismen van SSRI).

Sepsis-en-daarna
Ondertussen werk ik sinds febr. 2022 ook samen met Idelette Nutma van ‘sepsis-en-daarna’, waar wij 60 mensen dit middel adviseerden (en hen daar ook bij begeleiden!). Het succespercentage ligt hier ongeveer op hetzelfde: 70 %. Dus zeer significant!
Omdat een RCT duur onderzoek is, is er tot nu toe blijkbaar geen geld voor. Ik had hierover twee gesprekken met Merel Hellemons, longarts in het ErasmusMC en coördinator long covid. Zij voelt wel voor een dergelijk onderzoek, maar kreeg ‘slechts’ €207.000 van Beterketen. Ze gaan nu middels een kleinschalig onderzoek verschillende behandelmethoden op een rijtje zetten (zo begreep ik van haar), met lab voor en lab na, waarin ze waarschijnlijk een SSRI ook meenemen. Maar stel dat een SSRI er positief uitkomt, dan moet je nog steeds een RCT doen om echt bewijs te leveren.

Long Covid is meestal neurologisch of neuropsychiatrisch
Een ander probleem met longartsen (en in mindere mate revalidatieartsen) die zich achter een SSRI scharen, is, dat zij het gebruik hiervan nauwelijks kennen. Zij kunnen de patienten ook niet zo vaak terug laten komen dan gewenst. Terwijl strakke begeleiding, zeker in de begintijd als er bijwerkingen zijn, zeer noodzakelijk is. Idelette en ik doen dit over de mail bijna wekelijks (soms dagelijks) bij mensen op vrijwillige basis. Datzelfde doe ik ook via LinkedIn, mail etc. Want de huisartsen (die de receptuur doen) kennen dit middel niet voor dit werkingsmechanisme. Ze geven de SSRI dus off label (moedig! Maar ze moeten wat met hun wanhopige mensen…).
Wanneer we naar het klachtenpatroon kijken van de meeste long covid patienten, liggen die meer op het neurologische of neuropsychiatrische vlak: brainfog, overprikkeling, derealisatie, hoofdpijn, zeer grote vermoeidheid, dysautonomie, zelfs een benauwd gevoel hoeft geen longprobleem te zijn, maar kan voortkomen door gebrek aan aansturing van het middenrif door het autonome zenuwstelsel.

Macht van het getal
Dus sprak ik met mijn vriendin Prof. Dr. Sandra Kooij, hoogleraar Psychiatrie over: hoe nu verder?
Zij is bereid om, als we een grote database hebben van patienten, die te laten analyseren door een PhD student. Sindsdien ben ik (samen met Idelette) via het voorleggen van vragenlijsten aan de patienten, een database op te bouwen. Deze vragenlijst is niet gevalideerd doch met ‘een beetje verstand van zaken’ opgebouwd,

Een analyse van een groot aantal patienten zou – door de macht van het getal – een eerste opstapje naar een RCT kunnen zijn.

Dus mijn vraag aan jou is:
Kunnen wij een oproep zetten op jouw site?
1. In de eerste plaats om zoveel mogelijk mensen met long covid te bereiken over het idee van een SSRI. Ze moeten toch op zijn minst een keuze hebben! We willen ze helpen!
2. In de tweede plaats om voor het goede doel onze database uit te breiden.

Dit was mijn vraag aan je, mede namens Idelette.
Hieronder nog de werkingsmechanismen van een SSRI. De literatuur hierbij vind je op mijn blog (begin december) op mijn website www.carlarus.nl Maar ik heb de teksts hiervan voor jou hieronder geplakt.

Hartelijke groet,
Carla Rus, MD, arts-psychotherapeut en neuropsychiater np

Follow up retrospectief onderzoek gebruik SSRI bij long covid

Follow up retrospectief onderzoek naar gebruik van een SSRI bij long covid

Sinds 6 weken doen Idelette Nutma (van sepsis-en-daarna) en ik onderzoek naar de caseload long covid patienten (300 tot nu toe) die ik / wij een SSRI adviseren. We schatten het succespercentage op 70 %. Daarom willen wij een RCT van de grond krijgen. Omdat dat tot nu toe niet is gelukt, doen wij een retrospectief onderzoek naar onze caseload.

Wij werken met een vragenlijst, maar die is nog niet goed genoeg. Daarom schreef ik onderstaand mailtje naar Idelette.

1. Eigenlijk moeten we in de vragenlijst ook vragen om op een schaal van 1-10 aan te geven in hoeverre de klachten zijn verminderd (na 4-6 weken) gebruik van een SSRI. Dan kwantificeren we het een en ander beter. Nu doen we dat alleen bij aanvang. En eigenlijk moet dat per klacht gebeuren, zodat we meer zicht krijgen op wat SSRI voor long covid patienten kan betekenen.
Ik stel voor om de oude, al ingevulde vragenlijsten zo te laten en het voortaan zo te doen.
2. Verder wilde ik nog zeggen dat we eigenlijk onderscheid moeten gaan maken tussen long covid die minder dan een jaar duurt, en long covid die al langer dan een jaar aanhoudt. Want binnen het jaar geneest 80 à 90 % zonder medicatie. Dat is op 100.000 mensen met long covid: 80.000 à 90.000. Over blijft de meest ernstige groep (10.000 à 20.000 mensen in Nederland…). Maar als iemand een half jaar ernstige klachten heeft, is hij of zij (het zijn twee keer zoveel vrouwen als mannen) wat mij betreft ook al een ernstige patient. Mijn \ onze ervaring is dat alleen (wat) meer ernstige mensen aan onze deur kloppen en dat de minder ernstige gevallen voorlopig hopen dat het vanzelf over gaat.
3. Nu ik beter heb uitgezocht welke SSRI’s een agonist of antagonist zijn voor de Sigma1ereceptor (met een opioïd als neurotransmitter met indirekt zeer positieve effecten op mitochondriën = de energiefabrieken van een cel), moeten we sertraline en vergelijkbare SSRI’s gaan ontraden (als de huisarts die liever wil voorschrijven). Want dat zijn juist antagonisten hiervan.
We doen het zelf al goed en raden bij voorkeur citalopram, fluvoxamine en fluoxetine aan. Ik raad de Venlafaxine maar niet meer aan (ondanks het feit dat die boven de 150 mg/ dag ook de dopaminerge huishouding aanzwengelt), omdat mensen daar teveel bijwerkingen van ervaren. En ik heb de indruk dat mensen met long covid so wie so gemiddeld meer bijwerkingen van een SSRI ervaren dan de groep die het medicijn voor een depressie of angststoornis krijgt.

Vragenlijst (tot nu toe, moet nog worden gewijzigd. Er zijn er nu 78 van de 300 binnen).

Vragenlijst is op te vragen bij Idelette Nutma of Carla Rus.
nutma@sepsis-en-daarna.nl of rusvries@ziggo.nl

SSRI: geneesmiddel bij long covid

1 december 2022 (Engelse vertaling helemaal hieronder/ below )

Omdat meerdere mensen naar de werking vroegen van een SSRI (serotonine heruptake remmer) bij long covid (= Postcovid), hieronder de mogelijke zes werkingsmechanismen van SSRI bij long covid op een rij. Met daaronder de literatuurverwijzingen.
Let wel: een SSRI wordt bij long covid voor andere werkingsmechanismen ingezet dan voor een depressie!

– 1. Bij long covid is de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as) gestoord. Hierdoor hebben mensen met long covid slechts 50% van hun normale cortisolspiegel. Het hebben van genoeg stresshormoon cortisol is nodig om overdag genoeg energie te hebben om te kunnen leven. Een SSRI herstelt deze HPA-as meer of minder.

– 2. Verder vermindert een SSRI bepaalde cytokinen in de hersenen (boodschappers tussen afweercellen) waarvan het niveau bij long covid verhoogd is. Het werkt via de sigma-1 receptor (ontvangt neurologische boodschappers in de hersenen). Ook hierdoor gaan mensen met long covid die een SSRI krijgen zich beter voelen.

– 3. Een SSRI heeft een gunstig effect op de verstoringen in het autonome (onwillekeurige) zenuwstelsel. Zoals middels invloed op pontiene kernen als onderdeel van het reticular ascending system (formatio reticularis). Daarom kan een SSRI ook een rol spelen in de behandeling van dysautonomie bij PostCovid.

– 4. Een SSRI kan de overprikkeling verminderen. Die ontstaat namelijk door derealisatie (onderdeel van de depersonalisatiestoornis). Hierbij werken de unimodale (afzonderlijke) sensorische hersendelen (bijvoorbeeld de perceptie van een steen uit een muur) minder goed samen met de associatieve (samenhangende) sensorische hersendelen (waardoor de hele muur wordt waargenomen). In plaats van gelijk een muur, zie je dan eerst alle stenen apart. Dat is natuurlijk doodvermoeiend. Uit ervaring en onderzoek weten we dat een SSRI daar soms goed tegen kan helpen.

– 5. Een SSRI verlengt de stollingstijd (mogelijk potentieel goed om microclots op te lossen)).

Literatuur (in letters aangegeven):
Er zijn dus zes mechanismen waarom een SSRI zou kunnen werken bij long covid:

– 1. Immunologisch (vermindering van bepaalde cytokinen in hersenen). Dit is meerdere keren aangetoond (via sigma-1 receptor).

a.
Fluvoxamine and long COVID-19; a new role for sigma-1 receptor (S1R) agonists | Molecular Psychiatry
https://www.nature.com/articles/s41380-022-01545-3

BELANGRIJK:
fluvoxamine is agonist van de Sigma1 receptor
– Sertraline is antagonist
– Paroxetine is geen aanzienlijke werking op de Sigma1 receptor.
– Citalopram en fluoxetide lijkt op dit punt op fluvoxamine.
Dus de voorkeur gaat uit naar fluvoxamine, fluoxetine en citalopram! Venlafaxine geeft vaak teveel bijwerkingen bij long covid patienten.

b.
https://www.sciencedirect.com/topics/pharmacology-toxicology-and-pharmaceutical-science/sigma-1-opiate-receptor

c.
(via. Cathecholamine loops reduces citokinen)
https://nam12.safelinks.protection.outlook.com/?url=https%3A%2F%2Fpubmed.ncbi.nlm.nih.gov%2F30542164%2F&data=05%7C01%7C%7Cf477704ee237400f653108dac7e057e3%7C84df9e7fe9f640afb435aaaaaaaaaaaa%7C1%7C0%7C638042063601601979%7CUnknown%7CTWFpbGZsb3d8eyJWIjoiMC4wLjAwMDAiLCJQIjoiV2luMzIiLCJBTiI6Ik1haWwiLCJXVCI6Mn0%3D%7C3000%7C%7C%7C&sdata=mOwLPsuL0h%2FfhQt16g13Lo217SnR3JbvOo1kD3UX6E4%3D&reserved=0

d.
https://www.sciencedirect.com/topics/pharmacology-toxicology-and-pharmaceutical-science/sigma-1-opiate-receptor

– 2. Invloed op hypothalamus-hypofyse-bijnieras. Een SSRI herstelt deze as (gedeeltelijk). Long covid patienten hebben maar de helft van de normale hoeveelheid cortisol vergeleken met gezonde patienten door hun gestoorde as. Literatuur:
f.
https://www.medrxiv.org/content/10.1101/2022.08.09.22278592v1.full.pdf

g.
Handbook of Clinical Neurology, Vol. 106 (3rd series) Neurobiology of Psychiatric Disorders.T.E Schlaepfer and C.B. Nemeroff, Editors # 2012 Elsevier B.V. All rights reserved. Chapter 8 Neurotransmitters and neuropeptides in depression A.-M. BAO 1, 2 *, H.G. RUHE ́ 3, S.-F. GAO 1, AND D.F. SWAAB 21Department of Neurobiology, Institute of Neuroscience, Zhejiang University School of Medicine, Hangzhou, China 2Netherlands Institute for Neuroscience, Amsterdam, The Netherlands 3Program for Mood Disorders AMC/De Meren, Academic Medical Centre, University of Amsterdam,

h. https://nam12.safelinks.protection.outlook.com/?url=https%3A%2F%2Fscholarlypublications.universiteitleiden.nl%2Faccess%2Fitem%253A2898055%2Fview&data=05%7C01%7C%7Cef1059251fc04679df2d08dac7e1c7fe%7C84df9e7fe9f640afb435aaaaaaaaaaaa%7C1%7C0%7C638042070162178375%7CUnknown%7CTWFpbGZsb3d8eyJWIjoiMC4wLjAwMDAiLCJQIjoiV2luMzIiLCJBTiI6Ik1haWwiLCJXVCI6Mn0%3D%7C3000%7C%7C%7C&sdata=lOIPonTdgYMGTI7YFw5uY4BfT%2FzeIYIvZIi4L3ClqNY%3D&reserved=0

– 3. Invloed op autonome zenuwstelstel via hypothalamus en hersenstam (zie literatuur onder 3). Een ssri herstelt (deels) de dysautonomie bij long covid patienten. (zie literatuur onder 3.)

– 4. Klinisch is er sprake van overprikkeling, wat fenomenologisch gelijkt op derealisatie (onderdeel van de depersonalisatiestoornis). Dan kunnen de primaire sensorische hersendelen de associatieve hersendelen niet meer goed ‘vinden’ (ze zijn dan gedissocieerd). (Dan zie je bijvoorbeeld niet eerst een muur, maar eerst alle stenen en dan pas de muur). Dat is zeer vermoeiend en daar raak je overprikkeld door.
Ook hiervoor wordt zowel in de psychiatrie als de verslavingszorg (als er een dissociatieve drugs ingenomen is, waarna de depersonalisatiestoornis niet verdwijnt) een SSRI voorgeschreven.
I.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/15089102/
j.
https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/dissociatieve-stoornissen

-5. Bij een SSRI wordt de stollingstijd verlengt (zie farmacotherapeutisch compas).Dat kan potentieel microclots oplossen.

k.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9536564/

De linken naar artikelen is slechts een kleine greep uit de artikelen die ik ter beschikking heb.

Een ‘over all’ artikel dat antideprssiva bij long covid kunnen helpen is dit:

l.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35420565/

In Englisch:

I advise long covid patient an SSRI. That’s an serotonine reuptake-inhibiter and normally used for depression and anxiety. In this case its works in another way! See the workingsmechanismes below. We/ I have now 300 patients we advised on this. 60 á 70 % react positively (more or less). For the group who doesn’t react on an SSRI, we give an antihystaminicum and N-acetylcysteïne. That works more or less in this group of patients.
We hardly need an RCT (double blind research) of SSRI with long covid patients!

– 1. In long covid (postcovid), the hypothalamus-pituitary-adrenal axis (HPA axis) is disturbed. As a result, people with long covid have only 50% of their normal cortisol levels. Having enough stress hormone cortisol is necessary to have enough energy during the day to live. An SSRI restores this HPA axis more or less.

– 2. Furthermore, an SSRI reduces certain cytokines in the brain (messengers between immune cells) whose level is increased in long covid. It works through the sigma-1 receptor (receives neurological messengers in the brain). This also makes people with lung covid who receive an SSRI feel better.

– 3. An SSRI has a beneficial effect on the disturbances in the autonomic (involuntary) nervous system. Such as through influence on pontine nuclei as part of the reticular ascending system (formatio reticularis). Therefore, an SSRI can also play a role in the treatment of dysautonomia in PostCovid.

– 4. An SSRI can reduce overstimulation. This is because of derealization (part of the depersonalization disorder). In this case, the unimodal (separate) sensory brain parts (for example, the perception of a brick from a wall) cooperate less well with the associative (cohesive) sensory brain parts (so that the entire wall is perceived). Instead of a wall right away, you first see all the bricks separately. That is of course exhausting. We know from experience and research that an SSRI can sometimes help against this.

– 5. An SSRI prolongs the clotting time (potentially good to dissolve microclots)).

See the blog on my website (HTTPS://www.carlarus.nl ) for the literature.
Carla Rus, MD, doctor-psychotherapist and neuropsychiatrist (emeritas)

Long Covid niet psychisch, maar behandeling door de psychiater

29 november 2022

LONG COVID NIET PSYCHISCH, MAAR DE BEHANDELING MOET DOOR EEN PSYCHIATER GEBEUREN

Even een bericht uit de paralelle wereld van long covid

Parallel, omdat u niets van wat hieronder staat in wetenschappelijke tijdschrijften of kranten zult vinden. Er moet eerst een gerandomiseerd gecontroleerde trial worden gedaan, willen Idelette Nutma (van sepsis-en daarna) en ik serieus genomen worden.
We zijn nu begonnen met het opzetten van een database.

Wanner je naar het klachtenpatroon kijkt, is dit vooral neurologisch en neuropschiatrisch van aard, zoals daar zijn:

a) Brainfog (concentratiestoornissen, hersenmist)
b) Hoofdpijn
c) Ernstige Vermoeidheid
d) Overprikkeling
e) Benauwd gevoel (zonder longproblemen, dus aansturingsproblemen van het middenrif.
f. Hartkloppingen (ook in rust)
g) Spierpijn
h) Spierzwakte

Niet in de persoonlijkheidsstruktuur

Na 300 mensen met long covid te hebben gesproken, ben ik ervan overtuigd dat de gevoeligheid voor deze stoornis niets te maken heeft met de persoonlijkheid van diegene. Ik ben gespecialiseerd in persoonlijkheidsstoornissen, dus je zou dus kunnen zeggen dat mijn inschatting waarschijnlijk hout snijdt. Natuurlijk moet je altijd, en bij iedere ziekte, bio-psycho-sociaal blijven kijken. Dat staat buiten kijf.
Naar mijn inschatting is long covid in de eerste plaats een biomedisch probleem. Maar de klachten die het oplevert, kun je meestal zoeken in verstoringen van neurobiologische systemen. Met andere woorden: de klachten zijn vooral neurologisch en neuropsychiatrisch van aard. Zoals brain fog, hoofdpijn, overprikkeling, verstoringen in het autonome zenuwstelsel, gebrek aan energie door een ontregelde hypothalamus-hypofyse-bijnieras, waardoor de bloedspiegel cortisol van een long covid patient gemiddeld slechts de helft is van een gezonde persoon. (Cortisol hebben wij overdag nodig om energie te hebben!) etc. Een SSRI helpt in 60 % van de gevallen bij long covid, zo is mijn ervaring. Een SSRI wordt normaalgesproken ingezet bij depressies en angststoornissen. Maar dat wil nog niet zeggen dat patienten met long covid primair een depressie of een angststoornis hebben! Het zijn ándere werkingsmechanismen van een SSRI, waardoor het bij long covid ingezet kan worden!

Februari 2020

Ik raad iedereen die covid krijgt aan om de eerste dag een halve en de daaropvolgende dagen een kwart asperine te nemen tegen de mini stolseltjes (micoclots). Tot je helemaal beter bent en nog drie dagen erna.

VAN LIEMPT BEPAALT TEVEEL WAT ER IN ONS NATIONAAL GEHEUGEN KOMT

17 juni 2019

VAN LIEMPT BEPAALT TEVEEL WAT ER IN ONS NATIONAAL GEHEUGEN KOMT

Vooraf:
Onderstaande blog heeft niet als doel karaktermoord op Ad van Liempt te plegen. En met wraakgevoelens jegens hem heeft het al helemaal niets te maken. Maar met mijn aardige brieven aan hem en met mijn artikelen de laatste tien jaar heb ik tot nu toe helemaal niets bereikt. Ik heb die brieven gewoon het zwarte gat ingestuurd. Omdat Van Liempt een van de bedenkers is van het historische programma Andere Tijden en op het gebied van de oorlog waarschijnlijk een van de voornaamste adviseurs is van de NPO-directie, werkt het hem niet kunnen bereiken over wezenlijke informatie over de oorlog als een potdichte deur. In plaats van positief, probeer ik nu maar eens negatief aandacht te vragen voor een aantal thema’s (lees voor negatief: kritisch).

Indeling blog:

I. De media
II.1 De serie De Oorlog
I.2 De Slag om de Schelde
I.3 Het programma Andere Tijden
I.4 Voorliefde voor foute mensen?
I.5 Oorlogskinderen
I.6 Achter de Dijken
I.7 Bevrijdingsjournaals
I.8 Herdenking bevrijding

II. De wetenschap
II.1 Kritische columns van Frits Barend en Ko Colijn
II.2 Proefschrift over Gemmeker
II.3 Kille leugenaar
II.4 Van Liempts hypothese
II.5 Bronnen
II.6 Persoonlijkheidsstructuur
II.7 Devaluatie doctorstitel?
II.8 Gunnen

III. Persoonlijk nawoord

I. De media

I.1 De serie De Oorlog
Toen in de verder mooie serie De Oorlog in 2009 enigszins geringschattend over het verzet werd gesproken (‘dat was op zijn hoogst misschien goed voor het moreel geweest’), was mijn lieve vader Jaap Rus, die in het Zeeuwse verzet heeft gezeten, onaangenaam verrast. Hij had Ad van Liempt, de maker van deze serie, namelijk altijd heel hoog gehad. Mijn vader en zijn verzetsmakkers hebben onderduikers geholpen, waaronder Joodse mensen en illegale kranten gedrukt en verspreid. Verder spioneerden zij voor de geallieerden. Mijn vader heeft hierdoor twee van zijn beste vrienden verloren en heeft hier zijn hele leven onder geleden. (Zie mijn boek Breekbare helden). Ook stoorden wij ons beiden aan de opstelling van Van Liempt dat ‘alles in de oorlog eigenlijk gewoon doorgegaan zou zijn’ en dat het meer ‘toeval’ was of je in de oorlog aan de goede of ‘zogeheten’ foute kant terecht was gekomen. Maar mij vader heeft bewúst voor het verzet gekozen, al wist hij niet waaraan hij begon. Zoals een klasgenoot van hem bewúst voor de SS koos, al wist ook hij niet waaraan hij begon (hij stierf als SS soldaat aan het Oostfront).

I.2 De Slag om de Schelde
Ook werd in de serie De Oorlog geen enkele keer de term ‘De Slag om de Schelde’ genoemd: de grootste slag op ons grondgebied met 10.000 slachtoffers, waaronder 1599 burgerdoden. Een zeer belangrijke slag die noodzakelijk was nadat de aanvoerlijnen vanaf Normandië te lang waren geworden en de haven van Antwerpen gebruikt moest worden om vers materieel aan te voeren. Ook hier was mijn vader zeer teleurgesteld over. In 2005 had mijn vader over deze slag al een artikel geschreven in Kontakt door Aantreden, het blad van de Nationale Federatieve Raad voor het Voormalig Verzet Nederland (ligt bij het NIOD). Het Zeeuwse verzet heeft bij deze slag een betekenisvolle rol gespeeld. Zij voorzagen de geallieerden voorafgaande aan de slag van geheime, lokale informatie en tijdens de slag zelf loodsten zij hen door het drassige land en vochten ze mee. Ze waarschuwden de geallieerden – via hun unieke zendernetwerk – wanneer er op een bepaalde plek geen Duitse manschappen meer zaten. Hierdoor stopten de geallieerden met onnodige bombardementen en werden er veel mensenlevens gespaard. Toch niet gering… Zelfs Hitler heeft zich persoonlijk met het Zeeuwse verzet bemoeid omdat hij vreselijk last van ze had (door hem terroristen genoemd). Dit blijkt uit het Kriegstagebuch van 6 november 1944, waarin hij om 03.30 getergd beveelt al het weerbare volk in het Westgebiet te evacueren (zie een kopie van die pagina van het Kriegstagebuch op pp. 218 van Breekbare helden).
Ik schreef in 2009 na de serie De Oorlog de heer Van Liempt (en ook aan de directie van de (toen) NPS en aan de presentator Rob Trip) een aardige brief (met complimenten voor de serie) van drie kantjes, om hen te informeren over deze belangrijke slag en de rol van het verzet hierbij. Maar niemand heeft hier ooit op gereageerd.

I.3 Het programma Andere Tijden
Dat ik niet gehoord werd, zette mij aan tot het schrijven van twee essays in Trouw in Letter & Geest. Op 24 april 2010 publiceerde ik: Mijn vader heeft gekozen. Ik stuurde opnieuw een aardige brief aan Van Liempt en de NPS-directie dat dit artikel in Trouw was verschenen. Wederom kreeg ik geen enkele reactie. Ook in de programmering van de achtergrondprogramma’s over de oorlog zag ik niet terug dat Van Liempt (en de directie) mijn brief hadden gelezen of kennis hadden genomen van mijn essay in een landelijke krant. Op 4 april 2015 schreef ik in Trouw: Zeelands vergeten oorlog. Ik had nog steeds de naïeve opstelling dat als ik de informatie over deze belangrijke slag opnieuw, en nu nog uitgebreider dan de vorige keer, in een landelijke krant zou publiceren, dit misschien nu wél bij Van Liempt en de NPO-directie zou doordringen. Want de PZC en Omroep Zeeland waren al jaren bezig met het vragen van aandacht voor deze belangrijke slag, zonder dat deze slag ook maar enige aandacht op de nationale televisie had gekregen. Alleen de EO reageerde op mijn essay en nam op 4 mei 2015 een radio-interview hierover af bij de Zeeuwse historicus Hans Sakkers en bij mij. Maar op de journaals en in de achtergrondprogramma’s, zoals Andere Tijden, bleef er ook in de jaren daarna nog steeds in een slordig tussenzinnetje gezegd worden: “het zuiden was al bevrijd”, alsof dit zonder slag of stoot was verlopen.

I.4 Voorliefde voor foute mensen?
Naast die veronachtzaming van Ad van Liempt voor de Slag om de Schelde en wat die slag voor Zeeland en voor heel Noordwest-Europa had betekend, ging het mij steeds meer opvallen dat Van Liempt bij zijn publicaties een voorkeur lijkt te hebben voor mensen die fout waren in de oorlog. Er is op zich natuurlijk helemaal niets mis mee als je grondig de foute kant onderzoekt en belicht. Maar als je tegelijkertijd wat geringschattend over het verzet spreekt, leidt dit in mijn ogen wel tot scheefgroei. Dit zou niet zo’n heel groot probleem zijn geweest wanneer Van Liempt alleen verantwoordelijk zou zijn voor zijn eigen publicaties en boeken en niet zo’n invloedrijk mens was. Immers, bij zo’n machtige mediaman kan deze houding ook leiden tot selectieve aandacht voor de oorlog bij de héle publieke omroep. En dat raakt rechtstreeks ons nationaal geheugen.
Geert Mak schreef op 10 april 2019 in het Parool lovend over Van Liempt dat hij een onuitwisbare stempel op de Nederlandse geschiedschrijving heeft gedrukt, met name in het samenspel tussen journalistiek en geschiedenis. En dat is ook zo. Maar beseft Mak ook dat Van Liempt door zijn macht in Hilversum wel heel veel zelf lijkt te bepalen op welk deel van de geschiedenis dat stempel wordt gezet en welke profiel dat stempel heeft?

I.5 Oorlogskinderen
Van Liempts voorkeur voor foute mensen in de oorlog leidde er onder andere toe dat hij in 2017 het foute boek Oorlogskinderen van Isabel van Boetzelaer zeer warm promootte toen Van Liempt het boek als eerste in ontvangst nam. Ik zag een filmpje hierover op internet, dat er ondertussen is afgehaald. Wanneer publicist Maarten van Voorst tot Voorst niet zo goed op had gelet en de bronnen van de auteur had gecheckt, had Van Liempt er gewoon mee weg kunnen komen. Van Boetzelaer bleek de archiefstukken en andere bronnen zeer selectief te hebben gebruikt waardoor zij de rol van haar vader als jodenjager kon vergoelijken. De rol van haar grootvader als commandant van een krijgsgevangenkamp liet ze in zijn geheel onvermeld. Ze fantaseerde zelfs een heel verzetsverleden bij elkaar; dingen die nooit waren gebeurd. (Zie o.a.: Zo had dit boek niet mogen verschijnen in de NRC van 25 augustus 2017). En juist van dit boek heeft Van Liempt bij het uitkomen ervan gezegd dat “dit hoge niveau komt zelden voor”.… Nog bevreemdender is het, dat Van Liempt door zijn eigen boek Jodenjacht uit 2011 had kúnnen weten dat het verhaal van Boetzelaer niet kon kloppen. Want ten behoeve van het schrijven van zijn boek Jodenjacht was het omvangrijke oorlogsdossier van Willem Boetzelaer uitgebreid onderzocht. Het geheugenverlies van Van Liempt hierover verraadt dat hij dit onderzoek waarschijnlijk niet zelf heeft verricht, maar door iemand anders heeft laten doen. Uiteraard sla je zaken dan minder goed in je geheugen op. Ik gebruik niet voor niets de term geheugenverlies, omdat we deze term ook weer tegenkomen in Van Liempts biografie over Gemmeker.

I.6 Achter de Dijken
Misschien ben ik door de selectieve aandacht en ‘het weglaten van data’ door Van Liempt – en zijn grote invloed op de publieke omroep op het gebied van de oorlog –ondertussen wat paranoïde geworden. Dit naar aanleiding van het volgende voorval. Eerst zou de KRO/NCRV met haar programma Achter de Dijken al voor de zomer 2019 met haar serie over ‘Vrijheid’ starten. In de eerste aflevering zat een groot interview met mijn vader als verzetsman, afgenomen door Leo Blokhuis. Mijn vader heeft daarin onder andere verteld dat hij de Atlantikwall bij Westkapelle (op Walcheren) heeft bespioneerd. Een van de plekken waar later een invasie van de geallieerden plaatsvond waardoor, net als in Normandië, de Atlantikwall werd doorbroken. Maar een van de redacteuren liet mij weten dat deze aflevering niet alleen veel korter moest worden van de NPO-directie (tot twee keer toe ingekort), maar dat deze serie ook nog eens helemaal is verplaatst tot ver na september ten faveure van Andere Tijden op 31 augustus 2019. Mochten álle programma’s op de NPO ingekort moeten worden, kan ik me één keer inkorten nog wel voorstellen. Maar waarom nadat dit was gebeurd, ook nog eens een tweede keer er achteraan? En waarom krijgt Andere Tijden dat zijn programma voor 31 augustus nog helemaal niet klaar heeft, ineens voorrang op het programma Achter de Dijken, dat al wel alles in de startblokken had staan? ‘Omroeps wegen’ zijn voor mij ondoorgrondelijk. Bovendien is het in mijn optiek een vorm van kapitaalvernietiging om een reeds ‘af’ programma tot twee keer toe te moeten inkorten. En ook zeer jammer dat er tot twee keer in het interview met mijn vader gesneden moest worden (en ik neem aan ook in andere gedeelten van deze aflevering).

I.7 Bevrijdingsjournaals
Ondertussen zijn de bevrijdingsjournaals begonnen. Een originele manier om de geschiedenis te vertellen: als een CNN-Breaking News program. Ik zou Van Liempt, die hier de bedenker van zou zijn, hier graag mijn complimenten voor willen geven. Ware het niet dat het TV-regisseur Bob Rooyens is die deze geniale vorm heeft bedacht en al veel eerder heeft toegepast bij WDR en Arte. Hij kreeg hiervoor de pretentieuze Grimme-Preis. Blijft over om mijn complimenten over te brengen aan Ad van Liempt en de NPO om deze vorm ook toe te passen op onze eigen bevrijdingsjournaals.
De eerste reeks (begin juni 2019) ging over de invasie in Normandië op 6 juni 1944. De volgende reeks zal in september volgen. Op het programma staat dan operatie Market Garden. Een mooie slag om te verslaan met die heroïsche luchtlandingsoperatie en de tere parachutes die als vlinders naar beneden komen dwarrelen. We zagen deze slag al vaker op de Nederlandse televisie voorbijkomen. Maar die slag is helaas wel mislukt. Terwijl vanaf 4 september 1944 ook 85 dagen lang de Slag om de Schelde gaande was. Deze slag is wel gelukt. Een slag in de modder en het bloed van duizenden, waarbij een heel eiland onder water werd gezet, waarbij vele stadjes en dorpjes volledig werden platgebombardeerd, waarbij soldaten tot hun middel in het water liepen, terwijl er een koude, aanhoudende herfstregen viel. En….waarbij het verzet een betekenisvolle rol speelde. Maar deze slag ontbreekt wéér op het programma van de bevrijdingsjournaals in september 2019…
Gelukkig kon ik via historicus Christ Klep (die de ‘duider van dienst’ is van de bevrijdingsjournaals en die een voorwoord voor mijn boek Breekbare helden schreef) aan de naam van een van de redacteuren van de bevrijdingsjournaals komen. Die heb ik nu mijn boekje Zeeland bevrijd! De Slag om de Schelde |oktober- november 1944 gestuurd, met een brief erbij waarin ik een warm pleidooi houd om in september toch vooral ook aandacht te schenken aan de Slag om de Schelde. Deze slag was immers zeer noodzakelijk voor het heroveren van heel Noordwest-Europa en vond notabene op ons eigen grondgebied plaats?! Als deze slag niet was gelukt, had de oorlog zomaar een half jaar langer hebben kunnen duren. Gezien mijn negatieve ervaringen met het schrijven van brieven aan Ad van Liempt en de publieke omroep om hen aangaande de oorlog op iets wezenlijks te attenderen, ben ik er echter niet gerust op… Mijn nijpende vraag hierbij is: zou van Ad van Liempt zo’n flinke vinger in de pap van de programmering van de bevrijdingsjournaals hebben, dat hij de geschiedenis zélf een beetje naar zijn hand kan zetten…?

I.8 Herdenking bevrijding
Op 31 augustus 2019 wordt herdacht / gevierd dat het 75 jaar geleden is dat de ‘Slag om de Schelde’ plaatsvond. Voor het eerst in 75 jaar komt hier iets van op de nationale televisie. Het is de aftrap van een hele televisiereeks over de bevrijding tot 5 mei 2020. En de Koning komt naar Zeeland (en misschien komt zelfs Trump, hoewel ik dat niet erg waarschijnlijk acht…). Hier kan de NPO natuurlijk niet omheen…
’s Avonds komt er nu dus ook een extra uitzending van Andere Tijden ten faveure van Achter de Dijken. Op zich lovenswaardig wanneer Andere Tijden na 75 jaar de Slag om de Schelde eindelijk eens aan de orde zou laten komen (als ze dat tenminste echt gaan doen … want ik vrees dat de uitzending weer vooral over operatie Market Garden zal gaan…). Maar stel dat die uitzending (ook) over de Slag om de Schelde gaat, dan vermoed ik dat, wanneer Van Liempt nog steeds veel invloed mocht hebben op Andere Tijden, de hulp van het verzet bij deze slag in deze uitzending ver te zoeken zal zijn. Want dan zou Van Liempt moeten toegeven dat het verzet ook op dit punt wel degelijk iets positiefs heeft gedaan.

II. De wetenschap

Ik heb weinig verstand van de media: de wereld waar Ad van Liempt zo’n grote invloed heeft. Dat de media selectief met informatie omgaan en dat wij als afnemers in onze eigen bubbel zitten (ook online), is mij natuurlijk bekend.
Van het wetenschappelijke bedrijf weet ik iets meer af. Althans op het gebied van de Bètawetenschappen en de geneeskunde, waaronder de neurologie en psychiatrie. Op het gebied van de historie weet ik relatief weinig van het wetenschappelijke bedrijf. Daarom moeten mijn kritische kanttekeningen hieronder bij het proefschrift dat Van Liempt dat hij op 9 mei 2019 verdedigde, met enige reserve worden gelezen. Want ook al heb ik twee historische boeken en diverse historische artikelen geschreven, dat maakt mij nog niet tot een historicus.
Eerst enige informatie van twee andere criticasters voorafgaande aan de promotie:

II.1 Kritische columns van Frits Barend en Ko Colijn
Op 30 maart 2019 schreef Frits Barend in oud-verzetskrant Het Parool een aanklacht in acht bedrijven tegen Ad van Liempt, met als voornaamste aanklacht dat Van Liempt met andermans veren pronkt (en tussen de regels door ook dat Van Liempt liegt, want heeft hij het boek van Van Boetzelaer nu gelezen, meegelezen of alleen gescand? Ook het woord liegen gebruik ik niet voor niets, want ook deze term speelt een cruciale rol in Van Liempts proefschrift over Gemmeker). Verder schrok ik ervan toen ik las dat een van de promotoren, prof. Doeko Bosscher, voorzitter is van de Raad van Toezicht van kamp Westerbork, waar Van Liempt lid van de Raad van Advies is. De hoge heren zullen de termen belangenverstrengeling en vriendjespolitiek toch wel kennen?
Verder werd ik op 26 april en 3 mei 2019 getroffen door twee kritische columns in VN door prof. Ko Colijn – die ik qua deskundigheid heel hoog heb – over de promovendus Ad van Liempt. Hij vindt dat Van Liempt, door het boek van Boetzelaer – waarin zo selectief met bronnen wordt omgegaan – zo te promoten, zich eigenlijk gediskwalificeerd heeft voor de doctorstitel. In zijn column in 2009 viel Colijn ook al over een eerdere uitspraak van Ad van Liempt in de NRC, vlak voor de uitzending van De Oorlog, dat het bombardement op Rotterdam geen terreurbombardement was geweest. Rotterdam werd immers actief door de Nederlanders verdedigd, zodat de Duitsers het ‘recht’ hadden om aan te vallen? Zo zou het oorlogsrecht in elkaar zitten. Dit is een redenering die ook ik absoluut niet kan volgen. Hij is door Colijn niet alleen juridisch onderuit gehaald, maar getuigt ook van gebrek aan respect voor de burgers die het slachtoffer werden van dit grote bombardement. Ook de oma en ouders van Colijn hebben zwaar onder dit bombardement geleden en desgevraagd had de oude moeder van Ko Colijn geen goed woord over voor de opstelling dat dit bombardement volgens het oorlogsrecht was verlopen. En dat, terwijl Van Liempt er altijd zo prat op gaat dat hij – in tegenstelling tot Lou de Jong – zoveel oog zou hebben voor gewone mensen in de oorlog…

II. 2 Proefschrift over Gemmeker
In april 2019 verscheen de biografie van Ad van Liempt over kampcommandant van kamp Westerbork: Albert Konrad Gemmeker. En eerlijk is eerlijk: Van Liempt kan goed en toegankelijk schrijven, dus het is een zeer lezenswaardig boek. Maar het is niet de eerste biografie die over Gemmeker verscheen, zoals wordt beweerd, dat had Lotte Bergen in 2013 al geschreven.
Op 9 mei 2019 promoveerde Ad van Liempt bij de RUG op deze biografie over Gemmeker. Bij de ‘documentatiegroep ’40 ’45’ – waarvan ik ook lid ben – is over Van Liempt al heel lang bekend, dat hij de research meestal door anderen laat verrichten. Dit blijkt ook uit Van Liempts geheugenverlies voor het materiaal voor zijn boek Jodenjacht, waarvan hij de research waarschijnlijk door anderen heeft laten verrichten. Maar bij het schrijven van een proefschrift en het daarmee het verkrijgen van de doctorstitel hoort in mijn optiek dat je je onderzoek geheel zelfstandig verricht. Want onderzoek doen is een vak apart. Het is vaak monnikenwerk en geen flitsende onderzoeksjournalistiek. Echter, Van Liempt meent dat het vak van journalist niet ver af ligt van het vak van onderzoeker, zo liet hij in een interview op de radio weten. Nu had Rembrandt ook hulpjes die hielpen bij het voltooien van zijn prachtige schilderijen waar wel zijn naam onder kwam te staan. Maar de eisen bij het schrijven van een proefschrift liggen natuurlijk wel heel anders…

II.3 Kille leugenaar
Op 2 mei 2019 stond er in de NRC een recensie van de biografie van Gemmeker door Van Liempt met als titel: Ad van Liempt ontmaskert de ‘kille leugenaar’ van Westerbork. En op 3 mei stond er in NRC een artikel met als titel: De leugenachtigheid van een gentleman. De hoofdboodschap van beide was dat Van Liempt was gelukt wat de Nederlandse en Duitse rechters niet was gelukt. Namelijk aantonen dat Gemmeker wel degelijk geweten heeft dat de Joden die hij vanuit Westerbork deporteerde het er in meerderheid niet levend af zouden brengen.
Nu denk ik dat Van Liempt gelijk heeft dat Gemmeker ervan afwist, maar heeft Van Liempt dit ook wetenscháppelijk aangetoond, vroeg ik me af.

II.4 Van Liempts hypothese
De hypothese die Van Liempt had bij zijn onderzoek naar Gemmeker komt er vrijelijk op neer, dat Gemmeker glashard kon liegen en dat hij dus ook in de rechtszaal – waar hij zich beriep op het ‘niet weten’ of zich ‘niet herinneren’ (‘geheugenverlies’) wat er met zijn kampgevangenen die op transport werden gezet, gebeurde – glashard gelogen heeft. Ik zeg niet voor niets ‘vrijelijk’, want Van Liempt poneert nergens een duidelijke probleemstelling.
Dat Gemmeker glashard kon liegen heeft Van Liempt door het combineren en deduceren van meerdere bronnen in mijn optiek zeer zeker aangetoond. Over zijn beschouwingen over de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker heb ik wel enige vraagtekens (zie onder kopje II.6).

II.5 Bronnen
——- 1.Van Liempt heeft inzage gekregen in de originele verhoren van de drie rechters (één Nederlandse en twee Duitse), die volgens de NRC eerder nog vertrouwelijk waren. Dat zou dus een unieke bron zijn. Maar de diverse Nederlandse verhoren afgenomen door J. Schoenmaker zijn al uitgebreid in meerdere publicaties besproken. Op zich terecht dat Van Liempt vele malen naar deze belangrijke verhoren en naar het vonnis van de rechter verwijst. Maar de toenmalige rechter kon naar aanleiding van deze verhoren in 1948 niet bewijzen dat Gemmeker af heeft geweten wat er met de kampgevangenen uit Westerbork gebeurde als zij op transport werden gezet. Waarom zou Van Liempt dat nu dus wel kunnen bewijzen?
——- 2.Van Liempt heeft een interview afgenomen bij de Duitse rechter Dr. Wolfgang Steffen. Dit levert inderdaad uniek materiaal op. Maar ook deze rechter was er alleen van overtuigd dat Gemmeker ervan af heeft geweten. Dit is dus nog steeds geen bewijs.
—— 3. Verder heeft Van Liempt veel gebruik gemaakt van drie dagboeken die al bekend waren en veel beschreven en besproken zijn.
—— 4.  Hij heeft hij relatief weinig gebruik gemaakt van de archieven van kamp Westerbork.
—— 5. Wat verder opvalt is dat hij weinig verwijst naar eerdere wetenschappelijk publicaties over Gemmeker. Zoals dat van de historici Nanda van der Zee (2003); Lotte Bergen (2013); Eva Moraal (2013) en Frank van Riet (2016). Hun boeken (waarvan één proefschrift) staan wel bij de geraadpleegde literatuur, maar het aantal specifieke verwijzingen naar deze boeken is in zijn proefschrift niet alleen gering, maar er wordt meestal alleen vaag naar een bepaalde pagina verwezen, waardoor je nog steeds niet weet wat hij van die pagina heeft gebruikt. Het is denkbaar dat hij vaker van deze bronnen gebruik heeft gemaakt, zonder er naar te verwijzen. Wel vond ik relatief veel verwijzingen naar het programma Andere Tijden en naar Van Liempts eigen boeken. Dat zou in ‘mijn wereld’, namelijk die van de geneeskunde/ neurowetenschappen/ psychiatrie/ traumatologie, een doodzonde zijn. Als je een artikel naar een wetenschappelijk tijdschrift opstuurt met te weinig specifieke referenties naar literatuur van anderen, krijg je geheid de reviewers op je dak om je daarover te verantwoorden. Vaak worden artikelen om die reden zelfs geweigerd. Wanneer je (teveel) naar jezelf verwijst, wordt dat ook niet geaccepteerd. Je weet als onderzoeker namelijk dat je op de schouders van je voorgangers staat. In de fundamentele wis- en natuurkunde wordt zelfs gezegd dat je op de schouders van giganten staat. Maar Van Liempt is anno 2019, en ondertussen al 75 jaar na de oorlog, blijkbaar zelf die gigant… Dat verklaart misschien waarom hij regelmatig afstand heeft genomen van Lou de Jong. In mijn ogen is De Jong echter de gigant op wiens schouders je zou behoren te staan. Daarmee beweer ik niet dat alles wat De Jong constateerde en beweerde klopt, maar hij vormt wel voor veel zaken het vertrekpunt waarop je verder kunt borduren of wiens hypothesen je wetenschappelijk kunt proberen te weerleggen. Ik moet hierbij eerlijkheidshalve zeggen dat Van Liempt in zijn proefschrift twee keer naar het werk van Lou de Jong heeft verwezen. Niet vaak, maar toch.
—— 6. Van Liempt heeft interviews afgenomen bij de dochters van Gemmeker om de persoonlijkheidsstructuur van hun vader beter in kaart te brengen. Op zich is dit een goede manier om Gemmeker ‘beter te leren kennen’. Maar kinderen zijn beslist geen onafhankelijke onderzoekers en komen door hun eigen emoties vaak tot verkeerde conclusies wat betreft de achtergrond van de psychopathologie van hun ouder. Bovendien waren de heer en mevrouw Gemmeker al gescheiden toen de dochters nog jong waren. Ze bleven bij hun moeder en waren loyaal aan háár en niet aan hun vader. Dat maakt hun verklaringen over hun vader nog discutabeler.
—— 7. Voor zover ik na kan gaan heeft Van Liempt geen onafhankelijke psycholoog of psychiater in de arm genomen om Van Liempt te helpen de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker op een meer deskundige manier te laten beschrijven. Er staat tenminste geen enkele van mijn collegae in de lijst van mensen die hij bedankt in zijn nawoord. Bij de biografie van Hanns Albin Rauter, geschreven door Theo Gerritse, zou dit wel zijn gebeurd.
—— 8. De hoeveelheid archiefmateriaal waar Van Liempt naar verwijst is zeer ruim. Tezamen met de geraadpleegde literatuur levert dit een indrukwekkende lijst van noten en bronnen op. Wel vraag ik mij af of je in tweeëneenhalf jaar tijd al die archiefstukken en literatuur grondig kan uitzoeken en bestuderen en er ook nog eens een lijvig proefschrift over kan schrijven (382 pagina’s). Opnieuw krijg je hierdoor het idee dat hij dit onmogelijk allemaal in zijn eentje heeft kunnen verrichten.

II.6 Persoonlijkheidsstructuur
Omdat Gemmeker tijdens de verhoren zonder berouw bleef, doemt het beeld op van iemand met een persoonlijkheidsstructuur van een charmant overkomende man met een sociopathische persoonlijkheidsstructuur (in de volksmond: psychopaat) die voor eigen gewin en macht glashard en zonder emoties kon liegen en die genoot van zijn macht. Van Liempt noemt hem ergens “niet zo slim” en “intellectueel niet zo’n hoogvlieger” maar uit onderzoek blijkt juist dat bij mensen met een sociopathische persoonlijkheidsstructuur die (over het algemeen) in staat zijn de controle te houden over hun overte agressieve driften en charmant overkomen, er juist sprake is van een relatief hoog IQ. Opleidingsniveau en IQ moeten dus niet met elkaar worden verward.
Maar ik heb eigenlijk nog een groter probleem met Van Liempts omschrijving van de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker. Zeker omdat Van Liempt geen gebruik heeft kunnen maken van zelfgeschreven brieven en dagboeken van Gemmeker, omdat die alles had vernietigd. Want een beschrijving van een persoonlijkheidsstructuur is nooit met zekerheid vast te stellen wanneer je iemand niet zelf gesproken of onderzocht hebt. Een psychiater-psychotherapeut, die hier na het VWO zo’n 12 jaar voor heeft doorgeleerd, mag dat zelfs niet doen. Het blijft –zonder dat je iemand zelf hebt onderzocht – dus bij speculeren. Daar is ook niets mis mee als het om een gewone biografie gaat van een reeds overleden persoon. Maar met het wetenscháppelijk vaststellen hoe iemand qua persoonlijkheidsstructuur in elkaar heeft gezeten, heeft het niets van doen. Zo heb ik als ervaren psychiater ook wel enige ideeën over de persoonlijkheidsstructuur van Ad van Liempt. Maar het zou niet goed en zelfs gevaarlijk zijn mij daarover uit te laten als ik hem nog nooit in het echt heb gezien en een gesprek met hem heb gehad.

Doordat Van Liempt de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker niet vast kan stellen, valt in mijn optiek een deel van Van Liempts bouwwerk in elkaar. Want het zou ook zomaar kunnen dat het glashard liegen en de verklaring van Gemmeker in de rechtszaal ‘van niets afgeweten te hebben’ niet in een causaal verband staan, maar co-factoren zijn van een andere, onderliggende psychopathologie bij van Gemmeker.
Zo kan ik als psychiater-traumatoloog al drie andere verklaringen voor Gemmekers ‘geheugenverlies’ in de rechtszaal bedenken.
Nu geeft Van Liempt in zijn nawoord eerlijk toe dat het beeld van de persoonlijkheid van Gemmeker incompleet is. Daardoor is voor mij onduidelijk of Van Liempt zélf of dat de media (zoals de NRC) ervan gemaakt heeft dat Van Liempt bewezen zou hebben dat Gemmeker wel degelijk van het verdere lot van de getransporteerde Joden af heeft geweten. Mocht Van Lympt zélf van oordeel zijn dat hij heeft kunnen bewijzen dat Gemmeker er vanaf heeft geweten, dan had hij dit wel eens wat duidelijker in het proefschrift en de summary hebben mogen zetten. Maar dat kon hij natuurlijk niet, want er is alleen sprake van veel circumstantial evidence, maar de smoking gun ontbreekt. Van Liempt is in deze kwestie dus geen stap verder gekomen dan zijn voorgangers. Mocht Van Liempt van oordeel zijn dat hij het óók niet heeft kunnen bewijzen, dan had dit ook wel wat duidelijker in het proefschrift hebben mogen staan. Dan zou de NRC hier misschien niet verder op door hebben kunnen fantaseren.

II.7 Devaluatie doctorstitel?
In de wereld van de geneeskunde en neurowetenschappen moet je je hypothese altijd proberen te weerleggen. Ook moet je je onderzoeksresultaten kunnen herhalen. Ik kan me voorstellen dat dit bij geschiedkundige onderwerpen anders ligt, omdat je geen experiment kunt herhalen en je ook geen dubbelblind onderzoek kunt doen. Maar wat je volgens mij als historicus wel altijd moet doen (misschien een beetje pedant van mij om dat te zeggen…) is dat je ook andere verklaringsmodellen voor bepaald gedrag moet overwegen en onderzoeken, dan alleen jouw eigen verklaringsmodel/ hypothese. Als je alleen maar bewijzen zoekt die jouw eigen hypothese kunnen onderbouwen, dan kan er sprake worden van jumping to conclusions of van een tunnelvisie. En aangezien ik langzaamaan de ervaring met Van Liempt heb dat hij data negeert die hem niet uitkomen (zoals het onderwerp ‘De Slag om de Schelde’; de rol van het verzet; verhalen waaruit blijkt dat mensen niet altijd ‘bij toeval’ bij het verzet dan wel de SS kwamen; het verzuim om na te gaan hoe gewone mensen in de oorlog ‘die gewoon doorgingen met leven’ zich vanbinnen wérkelijk voelden etc.), ben ik er niet gerust op dat dit negeren van data niet ook bij dit onderzoek is gebeurd. Zie ook wat ik hierboven schreef over eerder verschenen historisch werk over Gemmeker waar Van Liempt weinig aan refereert.
Nogmaals: ik ken de mores in geschiedkundig onderzoeksland onvoldoende. Maar ik kan wel zeggen dat door Van Liempt te laten promoveren op een onderwerp waarin de persoonlijkheidsstructuur van Gemmeker een hoofdrol speelt, zonder dat Van Liempt voldoende zijn licht heeft opgestoken in de wetenschappelijke wereld van de psychologie en de psychiatrie, je het risico loopt dat een geschiedkundige doctorstitel kan devalueren. Verder acht ik het vrij mager dat je aan de hand van slechts drie  nieuwe bronnen  (incluis de interviews bij de Duitse rechter en de dochters van Gemmeker), die geen van alle tot andere conclusies leiden dan je voorgangers al getrokken hebben, je kunt promoveren. En dat vind ik niet eerlijk ten opzichte van al die (jonge) promovendi die vier jaar of meer op hun onderzoek en proefschrift zweten.

II.8 Gunnen
Er zijn velen die Van Liempt deze doctorstitel van harte gunnen. En ik eigenlijk ook wel met zijn staat van dienst. Maar voor mij was het eredoctoraat dat hij al gekregen had voldoende geweest. Ook ben ik blij dat er nu eens een wat uitgebreidere, goed geschreven biografie van de kampcommandant van kamp Westerbork is verschenen (ook al is het niet de eerste…). Want nogmaals: Van Liempt kan goed en toegankelijk schrijven.
Maar, beste Ad van Liempt: gun ook een ander eens iets! U bent niet de heilige waar anderen u voor aanzien en kunt nog steeds van anderen leren. Wij allemaal trouwens, ik ook. Dus misschien kunt u nu eindelijk de Zeeuwen eens gunnen dat hun Slag om de Schelde, die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog plaatsvond, wat uitgebreider op de Nationale televisie komt, waardoor hij op den duur mogelijk in ons Nationale geheugen terechtkomt. En… niet onbelangrijk … bij een documentaire over deze slag óók aandacht te geven aan de rol van het verzet hierbij. In Frankrijk en België eren zij hun franc-tireurs, die niet eens – zoals militairen – beschermd werden door het oorlogsrecht. In Nederland worden ze naar beneden gehaald. U heeft de macht hier iets aan te veranderen. Noblesse oblige: zet uw macht ook in voor anderen!

III. Persoonlijk nawoord

Omdat het interview met mijn vader in Achter de Dijken ernstig werd ingekort, geef ik hieronder de link van een film waarin mijn 95 jarige vader de 30 jarige Syriër Hussam ontmoet. Hussam bespioneerde de IS. Deze film van Barbara Boogaard ging op 10 december 2018, de Dag van de Rechten van de Mens, in première. Mijn vader, die helaas op 19 januari 2019 overleed, is nog bij de première geweest.

Link naar film Over verzet i.h.k.v. het project About freedom van Barbara Boogaard ging op 10 december 2018, de ‘Dag van de Rechten van de Mens’, in première. Mijn vader, die helaas op 19 januari 2019 overleed, is nog bij de première geweest. Opvallend is dat ook Hussam zegt dat je er bewust voor kiest om in verzet te komen of passief te blijven.

Link naar film Over verzet i.h.k.v. het project About freedom:

Justis pleegt klassenjustitie

7 januari 2018

JUSTIS PLEEGT KLASSENJUSTITIE

Justis, een overheidsorgaan, is de screeningsautoriteit die beoordeelt of iemand een VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) kan krijgen. Als iemand een strafblad heeft, wordt gekeken of dit strafblad relevant is ten op zichte van het doel waar de VOG voor wordt aangevraagd. Zo kan iemand met een strafblad toch nog een VOG voor bepaalde banen krijgen (als je als burger deze weg naar Justis tenminste kent…).

Bij Camille Eurlings, die veroordeeld is voor mishandeling van zijn vriendin, oordeelde Justis dat hij nog wel een VOG kon krijgen voor een bestuursfunctie.

Door deze beslissing blijkt Justis aan klassenjustitie te doen.

Zo had ik een aantal jaren geleden een vrouw in behandeling die veroordeeld was (en dus een strafblad had) omdat ze in een bepaald weekend op vraag van een wanhopige moeder van een kind en de psycholoog van die moeder, dit kind te logeren had gehad om het kind een weekendje te beveiligen. De moeder en de psycholoog vertelden mijn cliente dat het kind door de vader werd misbruikt. Maar wat mijn cliente niet wist, is, dat alleen de vader nog de ouderlijke macht had (maar gezien de verhalen van het kind zelf, dit kind wel misbruikte).
Dus mijn cliente is daarna van ontvoering verdacht omdat de moeder niet meer over ouderlijke macht bleek te beschikken.

Op maandagochtend na dat weekend vond er in inval van de politie plaats bij mijn cliente thuis, waarbij het bewuste kind zich aan de verwarming vastklemde zodat de politie het kind met geweld van de verwarming af moest trekken. Het kind had zich immers veilig gevoeld bij mijn cliente en was er verwend. Ook bleek het kind zeer angstig omdat hij weer naar zijn vader terug moest. Het eigen 3 a 4 jarige kind van mijn cliente was hier ook bij aanwezig. Vervolgens werd mijn cliente met handboeien om afgevoerd naar het politiebureau (waar haar eigen kind opnieuw getuige van was).
Mijn cliente kreeg in eerste instantie een celstraf van 3 maanden opgelegd omdat zij zonder dat zij zich dit bewust was geweest blijkbaar een kind had ontvoerd. Mijn cliente maakte zich ernstig ongerust wat deze celstraf voor haar kind zou betekenen.
Met veel pijn en moeite hebben we – via een aangepast gratieverzoek – haar celstraf om kunnen laten zetten in een taakstraf.
Maar de ergste straf moest nog komen.
Ze zou 20 jaar lang geen VOG meer krijgen, omdat ontvoering van een kind niet als een vergrijp, maar als een misdrijf wordt gezien.
Ze werkte als beleidsmedewerker. Ze kon nergens meer een baan op haar niveau krijgen. Maar ook niet meer op een lager niveau. Ze kreeg financiële problemen, problemen met haar gezondheid en problemen met haar eigen kind die ook getraumatiseerd was door alles.
Later werd ze gevraagd terug te komen op haar oude werk. Maar zelfs op vrijwilige basis kon dit niet zonder VOG.

Het enige waar je mijn cliente van kunt beschuldigen is dat ze een kind heeft willen redden en dat ze te goedgelovig is geweest. Terwijl er bij Camille Eurlings sprake was van mishandeling van zijn vriendin met een gebroken ellenboog, een hersenschudding en kneuzingen, waaronder gescheurde oorlellen, ten gevolge. Hieruit blijkt dat hij in bepaalde situaties een slechte impulscontrole heeft, wat ook weer op kan spelen wanneer bestuurlijke conflicten te hoog oplopen.

Juist bij mijn cliente is zonneklaar dat haar probleem, namelijk ’te graag een kind willen redden en een wanhopige moeder willen helpen’ zich zeker niet meer voor zal doen als zij als beleidsmedwerker papieren aan het doorspitten is. Toch krijgt zij geen VOG meer van Justis, en Camille Eurlings kreeg die juist wel.
Wat mij betreft is er dus sprake van klassenjustitie. Dat past een overheids instantie die juist rechtvaardigheid nastreeft voor geen meter!
Dus wil de overheid dat de burgers vertrouwen in haar houdt, dan moet zij haar burgers gelijk blijven behandelen, zoals ook in de grondwet staat.

Puberbrein en de jihad

Puberbrein en de jihad

Carla Rus

Carla Rus heeft als sociaal-psychiater in meerdere achterstandswijken gewerkt. Daar heeft ze de straatcultuur met eigen ogen zien ontwikkelen. Als psychotherapeut heeft ze moslimjongeren - vooral meisjes - en hun ouders behandeld

Gastblog Kennisplatform Samenleving en integratie, 28 februari 2016. Blog van Carla Rus op Kennisplatform Integratie en Samenleving

 

 

Ik begrijp de Nederlandse jihadgangers ergens wel. Ze denken en voelen als typische pubers. Ze zijn boos en hebben een groot rechtvaardigheidsgevoel. Wat zou er gebeuren als ze hier zouden blijven? En als ze hun boosheid en kritiek weten om te buigen tot iets positiefs om Nederland mooier te maken?

Uitgesloten worden van je groep is één van de ergste dingen die je kan overkomen. Psychiater Jaen-Paul Selten toonde aan dat dit zelfs tot een veel grotere kans op schizofrenie leidt. Mensen hebben als zoogdieren een groep nodig waarin zij worden geaccepteerd en zich veilig voelen. Voor pubers speelt er een extra dimensie mee. Door bij een bepaalde groep te horen, kunnen zij zich onderscheiden van mensen uit andere groepen. Ook kunnen zij zich als groep beter afzetten tegen hun ouders of de wereld van volwassenen in het algemeen.

Grote idealen

Daarbovenop hebben pubers vaak grote idealen en een groot rechtvaardigheidsgevoel. Omdat zij echter nog weinig ervaring met het leven hebben (en een nog niet uitgegroeide prefrontale cortex) kunnen ze de effecten van hun daden in de toekomst nog niet goed overzien. Ze kunnen in hun principes en qua kritiek op volwassenen en samenleving soms rechtlijnig zijn. Toch beschouw ik deze kritische, principiële puber als een zegen voor onze samenleving. Wanneer we bezien hoe onrechtvaardig en hypocriet onze samenleving vaak kan zijn, is enige rechttoe rechtaan kritiek zeker op zijn plaats.
Jongeren, in bijzonder jongeren met een moslimachtergrond, vinden de groep waar ze bij willen horen nogal eens op straat. Deze jongeren zoeken op deze plek hun broodnodige groepsgevoel en geborgenheid bij andere jongeren. Ze zwerven daar vaak in een clan zonder toezicht van ouderen, hetgeen wij de straatcultuur zijn gaan noemen. Ze zijn op zoek naar identiteit en het verlangen ‘iemand te zijn’ (ook jezelf volledig opofferen voor een ideaal verschaft identiteit). Zij zijn westerser dan ze zelf misschien denken, want door ‘gezien te willen worden’ voldoen ze volledig aan de richtlijnen van onze selfish maatschappij.

Radicale rolmodellen

Je verder verdiepen in de islam is een manier om je te onderscheiden en daaraan je identiteit te ontlenen. In het geval van radicalisering worden hierbij radicale rolmodellen gekozen. Het zijn rolmodellen met een ‘ideaal’ die ergens hélemaal voor gaan, precies passend bij het puberbrein. Wanneer je bovendien als geradicaliseerde moslim gelooft bóven alle andere mensen te staan, is dat een sterk antidotum tegen de narcistische krenkingen die veel moslimjongeren in onze samenleving ondergaan.

Er is door Nederland goed geïnvesteerd in de opleiding van moderne imams die pastoraal beter aansluiting vinden bij jongeren. Dat zal zeker helpen om een nieuwe aanwas van jongeren die radicaliseren te verminderen. Voor veel adolescenten die al te ver heen zijn, komen deze moderne imams echter te laat. Zij zoeken een radicalere leider. We moeten zeker ook niet vergeten dat veel adolescenten die op de stoep staan bij IS, heel erg boos zijn. Ze zijn in hun leven vaak vernederd en gefrustreerd en die boosheid kloppen ze met elkaar in een groepsproces ook nog eens op. Deze jongeren kunnen andere boze en vernederde jongeren die in principe nog ‘te reden zijn’ aansteken.

Positieve interventies

Het is zaak om met positieve interventies boze moslimjongeren en twijfel-jihadisten terug te lokken naar onze eigen samenleving: hún samenleving

We moeten dus iets met de boosheid en kritiek van deze pubers. En dat kan ook! Als hun loyaliteit niet langer bij door westerse mogendheden aangevallen moslimbroeders aan de andere kant van de wereld zou liggen, zouden zij wellicht meer aansluiting kunnen vinden bij (gematigde moslim)jongeren in Nederland. Als zij samen een thema vinden dat hen állen boos en opstandig maakt, bindt dat hen. Als de energie van de jihadisten in spé afgebogen zou kunnen worden in een andere richting en zij die energie samen met andere jongeren zouden kunnen versterken rond een centraal thema, kan hun opstandige energie misschien wel positief ingezet worden.

Het is zaak om met positieve interventies boze moslimjongeren en twijfel-jihadisten terug te lokken naar onze eigen samenleving: hún samenleving. Om een nieuwe aanwas van jihadstrijders te voorkomen, moeten wij naar deze jongeren luisteren, ze serieus nemen en ook daadwerkelijk iets doen met hun suggesties. Wellicht kunnen jongerenafdelingen van politieke partijen hen een podium en platform bieden. Het verschil tussen arm en rijk of het bevorderen van groene energie zijn bijvoorbeeld belangrijke, dringende thema’s die fundamenteel en zonder uitstel aangepakt moeten worden. Daarbij kunnen we niet op de gezapigheid en het egocentrisme van veel volwassenen leunen, maar hebben we juist de bruisende, radicale energie van pubers nodig.

Onze samenleving heeft hun kritische energie hard nodig. Tegen die lieve moslimjongens die op het punt staan te vertrekken naar het land van IS zou ik dan ook willen zeggen: blijf bij ons, want we hebben jullie hard nodig! Is innerlijke strijd niet juist de gróte jihad?